Blaupunkt 4260499852269, Руководство пользователя

Страница: 209 / 312

Bluetooth-bronnen | Bluetooth-apparaten
Bluetooth®-bronnen
Met de Bluetooth®-functie kunnen mobiele
telefoons en multimedia-afspeelapparaten met de
autoradio worden gekoppeld.
Nadat uw mobiele telefoon aan het apparaat is
gekoppeld, kunt u bellen met de ingebouwde
handsfree-kit. U hebt toegang tot de lijst met
gekozen nummers en contacten van de
gekoppelde telefoon.
Als het apparaat, aangesloten via Bluetooth®, de
functies A2DP en AVRCP ondersteunt, kunt u
muziek via de autoradio afspelen en het afspelen
besturen.
Een Bluetooth®-apparaat voor de eerste keer
aansluiten
Opmerking:
Schakel indien nodig eerst de Bluetooth®-
functie op het externe Bluetooth®-apparaat in
en zorg dat deze zichtbaar is.
Selecteer de knop Settings (instellingen) in het
hoofdmenu (zie het hoofdstuk "Hoofdmenu").
Selecteer de Bluetooth-optie.
Opmerking:
Schakel indien nodig eerst de Bluetooth®-
functie in.
Selecteer Devices Management
(apparatenbeheer).
Tik op Add device (apparaat toevoegen).
Het apparaat wordt herkend en verschijnt in de
apparatenlijst onder zijn Bluetooth®-naam.
Opmerking:
Als het Bluetooth®-apparaat niet voorkomt in de
apparatenlijst, maak dan verbinding via het
Bluetooth®-apparaat:
•
Het apparaat moet door het externe
Bluetooth®-apparaat worden herkend als
"BLAUPUNKT".
Bluetooth®-apparaten beheren
Selecteer de knop Settings (instellingen) in het
hoofdmenu (zie het hoofdstuk "Hoofdmenu").
Selecteer de Bluetooth-optie.
Opmerking:
Schakel indien nodig eerst de Bluetooth®
functie in.
Selecteer Devices Management
(apparatenbeheer).
1. Bluetooth-knop, terug naar het hoofdmenu
2. Home knop, terug naar het hoofdmenu
3. De knop apparaatverwijdering
4. De knop ontkoppelen
5. De knop koppelingslijst
6. De knop apparaat zoeken
7. Lijst met gekoppelde apparaten
Om een apparaat te ontkoppelen , tikt u op de
apparaatnaam in de lijst en vervolgens op het
kruisje om te ontkoppelen. Na bevestiging
wordt het apparaat ontkoppeld.
•
Gebruik de Bluetooth®- pincode van het
apparaat om de verbinding tot stand te
brengen. Definieer indien nodig eerst
een Bluetooth®- pincode in het
Bluetooth-menu onder Pairing Code
(koppelingscode).
Tik op de apparaatvermelding in de
apparatenlijst.
Voer indien nodig de Bluetooth- PIN-code in
op het externe Bluetooth®-apparaat.
Het externe Bluetooth®-apparaat is
aangesloten en beschikbaar.
Opmerking:
De Bluetooth®- PIN-code kan worden
gewijzigd in het Bluetooth-menu onder
Pairing Code (koppelingscode).
NEDERL
ANDS
209