58
NL
heidsbril.
c) Controleer het gebied waar de machine
gebruikt gaat worden grondig en ver-
wijder alle voorwerpen die weggeslin-
gerd kunnen worden door de machine.
d) Voor u de machine gaat gebruiken en
na elke inslag dient u te controleren op
tekenen van slijtage of schade en repa-
reer indien nodig.
e) Gebruik de machine nooit met bescha-
digde beschermkappen of zonder de
beschermkappen.
f) Houd altijd uw handen en voeten uit de
buurt van de snijinrichting en in het bij-
zonder wanneer de machine in werking
is.
g) Laat nooit kinderen of personen die niet
bekend zijn met de instructies de ma-
chine gebruiken.
h) Stop het gebruik van de machine als er
mensen, in het bijzonder kinderen, of
dieren in de nabijheid zijn.
i) Gebruik de motor alleen bij daglicht of
goed kunstlicht.
j) Stop de motor voor u deze gaat schoon-
maken of een blokkade verwijdert.
k) Stop de motor voor inspectie, uitvoeren
van onderhoud of werkzaamheden aan
de machine.
l) Stop de motor voor het aanpassen van
de werkstand van het snijgedeelte.
m) Stop de motor voor u de machine onbe-
heerd achter laat.
n) Zorg dat de machine in de juiste werk-
stand staat voor u deze start.
o) Bij het gebruik van de machine dient
u te zorgen dat de werkstand zeker en
veilig is.
p) Gebruik de machine niet met een be-
schadigd, gebarsten of erg versleten
snijblad. Gebruik nooit metalen meer-
delige scharnierende kettingen en kle-
pels.
q) Om brandgevaar te verminderen dient u
de machine en demper vrij van rommel,
bladeren en overmatig smeermiddel te
houden.
r) Zorg altijd dat handvaten en bescherm-
kappen geplaatst zijn als u de machine
gebruikt. Probeer nooit een incomplete
machine of een machine met een niet-
goedgekeurde aanpassing te gebrui-
ken.
s) Gebruik altijd twee handen om een ma-
chine met twee handvaten te bedienen.
t) Let altijd op uw omgeving en blijf alert
op mogelijke gevaren waar u zich niet
bewust van bent door het lawaai van de
machine.
u) Wees alert op verwondingen door appa-
raten die de maaidraad op maat knip-
pen. Na het verlengen van een nieuwe
maaidraad dient u de machine altijd te-
rug te zetten in de normale werkstand
voor u de machine aan zet.
v) Zorg altijd dat de ventilatieopeningen
vrij van rommel zijn.
4) ONDERHOUD EN BEWAREN
a) Als de machine is gestopt voor service,
inspectie of om op te ruimen, zet u de
motor uit, haalt u de bougiekabel los
van de bougie en dient u te zorgen dat
alle bewegende onderdelen volledig tot
stilstand gekomen zijn. Laat de ma-
chine afkoelen voor u deze inspecteert,
afstelt, etc.
b) Berg de machine op een plaats op waar
de benzinedampen niet in de buurt ko-
men van open vuur of vonken. Laat de
machine afkoelen voor u deze opbergt.
c) Als u hem niet gebruikt, berg de machi-
ne dan op buiten bereik van kinderen.
d) Gebruik alleen door de fabrikant goed-
gekeurde reserve-onderdelen en ac-
cessoires.
e) Plaats bij het vervoeren of opbergen
van de machine altijd de transportbe-
scherming van het snijgedeelte.
f) Let er op dat u tijdens het transport
geen benzine verliest.
g) Berg de machine op een droge, schone
plaats op waar hij niet in direct zonlicht
staat en alleen wanneer de brandstof-
tank geleegd en de machine schoonge-
maakt is. De machine mag alleen onder
deze voorwaarden binnen bewaard
worden.