4.6 Minimale statische druk
Minimale statische druk aan zuigzijde van de pomp bij
75° C
voor een goede smering van de glijlagers:
Deze waarden gelden tot 500 m
boven de zeespiegel.
Toeslag voor grotere hoogte 0,01 bar per 100 m.
bij
75 °C
0,05 bar
90 °C
0,30 bar
110 °C
1,10 bar
4.4 Montagepositie
Standaard levering:
kabelinvoer links.
De pijl op het pomphuis
geeft de stromingsrichting
aan.
De aansluitkast mag niet met
de kabelinvoer naar boven
wijzen omdat zo gemakkelijk
water binnen kan dringen.
Voor de montage van de
pompen kan de aansluitkast
90° gedraaid worden.
Hiervoor de 4 inbusbouten
van het pomphuis verwijde-
ren en de motor in de toege-
laten kastpositie draaien.
De afdichting tussen motor
en pomphuis niet verschui-
ven of beschadigen.
Na het terugplaatsen
de inbusbouten
diagonaal
aandraaien.
De pijl op het pomphuis
geeft de stroomrichting aan.
De as moet altijd
horizontaal
staan, nooit vertikaal.
nederlands
65
4.5 Terugslagklep
Indien een terugslagklep geplaatst is, moet de pomp zo ingesteld
worden (zie 5.4.2) dat de minimale opvoerhoogte van de pomp
groter is dan de sluitdruk van de terugslagklep.
Afsluiters
voor en na de pomp monteren. Daarmee wordt
bij mogelijke uitwisseling van de pomp het aftappen en vullen
van de installatie voorkomen.
961082_00
961083_00
961084_00