28
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
GEBRUIK
Aansluiting
Sluit het stopcontact aan op de netstroom.
De slang afrollen
Handel als volgt om de kabel af te rollen:
• rol de kabel met de hand af door er tot de gewenste lengte aan te trekken
• de kabel wordt vergrendeld door een veermechanisme dat op bepaalde afrolpunten van de kabel wordt geactiveerd,
wat te horen is aan een mechanisch geluid van de koppeling van het mechanisme.
• Het automatische vergrendelmechanisme blokkeert de kabel, zodat dus wordt voorkomen dat hij wordt opgerold.
De kabel weer oprollen
Handel als volgt om de kabel weer op te rollen:
• trek met de hand aan de kabel om de automatische vergrendeling van het vergrendelmechanisme op te heffen
• houd de kabel tijdens het oprollen altijd tegen en let erop dat hij niet door personen of voorwerpen wordt belemmerd
• de flexibele kabel is voorzien van een slangstop, die het oprollen stopt en zo voorkomt dat hij helemaal wordt ingetrokken.
Het vergrendelmechanisme uitschakelen
Het vergrendelmechanisme van de kabelhaspel kan als volgt worden uitgeschakeld:
Verricht deze handeling altijd bij volledig opgerolde flexibele kabel.
Schakel altijd de stroomvoorziening uit voordat u werkzaamheden aan de kabelhaspel verricht.
• open het deksel aan de zijkant van de slanghaspel door de bevestigingsschroeven ervan los te draaien;
• maak de ratelveer los van het bevestigingspunt 1 en haak deze vast aan het bevestigingspunt 0; (zie foto hieronder)
• plaats het deksel weer terug en sluit het door de schroeven goed aan te draaien.
Thermische beveiliging
In geval van overbelasting schiet de thermische beveiliging (D) naar buiten en onderbreekt de doorgang van de stroom.
Herstel de juiste bedrijfsomstandigheden en druk vervolgens op de knop om de doorgang van de stroom te herstellen.