14
BEDIENING
Bedieningsmogelijkheden:
De Double Helix kan op drie verschillende manieren bediend worden. In iedere bedieningsmogelijkheid kan het apparaat zowel
als stand-alone effect functioneren als ook in een Master/Slave configuratie. Hieronder worden de verschillende
bedieningsmogelijkheden gedetailleerd beschreven.
UNIVERSAL DMX CONTROL:
Met deze functie kan een universele DMX-512 controller worden gebruikt om alle afzonderlijke functies te bewerken. Met de
DMX controller kunnen unieke, op ieders persoonlijke wensen toegesneden programma’s worden gecreëerd.
1. De Double Helix is een 2, 9, 11, 12, 16, of 18-kanaals DMX apparaat.
2. Gebruik de faders van de controller om de diverse DMX kanalen te bedienen en zo een eigen programma te creëren.
3. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw DMX controller voor hulp of vragen als apparaat in DMX modus werkt.
4. Gebruik een eindweerstand op het laatste apparaat in de keten bij het gebruik van langere stukken kabel.
SOUND ACTIVE MODE:
Met deze functie kan een enkel apparaat, of meerdere aan elkaar gekoppelde apparaten, functioneren op de beat van de
muziek.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SOUN” in het display verschijnt en druk op ENTER
2. Druk op de UP of DOWN toets om “ON” (sound active modus) of “OFF” te selecteren en druk op ENTER. Houd de MENU
toets gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt ter bevestiging.
3. De geluidsgevoeligheid kan worden ingesteld door op de MENU toets te drukken totdat “ SENS” in het display verschijnt.
Druk op ENTER. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de geluidsgevoeligheid in te stellen. 1 is het minst gevoelig, 100 is het
meest gevoelig.
SHOW MODE:
Met deze functie kan een enkel apparaat of meerder op elkaar aangesloten apparaten een van de acht gekozen shows
afspelen.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat “SHND” in het display verschijnt en druk op ENTER.
2. Druk zo vaak op de UP of DOWN toets totdat de gewenste show is gevonden en druk op ENTER en houd de MENU toets
gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt ter bevestiging.
MASTER/SLAVE CONFIGURATIE
MASTER/SLAVE BEDIENING:
Met deze functie kunnen tot 16 apparaten met elkaar verbonden worden en zonder controller functioneren. De apparaten
reageren op geluid of doorlopen een voorgeprogrammeerde show. In de Master/Slave functie stuurt een apparaat het
programma aan en de andere apparaten reageren hierop. Elk willekeurig apparaat kan zowel Master als Slave zijn.
1. Gebruik standaard XLR DMX kabel, verbind de apparaten met elkaar via de XLR connector aan de achterkant van de
apparaten. De mannelijke XLR connector is de input en de vrouwelijke XLR connector is de output. Het eerste apparaat in de
keten (Master) gebruikt alleen de vrouwelijke connector. Het laatste apparaat in de keten gebruikt alleen de mannelijke
connector. Indien langere stukken kabel worden gebruikt is het raadzaam een eindweerstand te gebruiken bij het laatste
apparaat.
2. Druk bij het Master apparaat op de MENU toets totdat “SLND” in het display verschijnt en druk op ENTER. Selecteer op het
Master apparaat “ MAST” en druk op ENTER. Selecteer de gewenste bedieningsmodus op het master apparaat.
3. Druk bij de Slave apparaten op de MENU toets totdat “SLND” in het display verschijnt en druk op ENTER. Kies “SL1” of “SL2”
en druk op ENTER.
4. De Slave apparaten volgen nu het Master apparaat.
DOORLUSSEN NETSPANNING
Met deze optie kunt u de apparaten met elkaar doorlussen, gebruik makend van de IEC in- en uitgangen. Het maximum aantal
apparaten dat op elkaar aangesloten kan worden bedraagt 8 apparaten bij 240V. Bij een groter aantal moet er op een nieuwe
spanningsgroep worden aangesloten. Kies voor het doorlussen ALLEEN apparaten van hetzelfde type.