- 153 -
o
Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat nooit benzinehoudende
schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen om de oppervlakte niet te beschadigen.
o
Maak de serveerwagen en de inlegplaat schoon met een vochtig, zacht doekje en
een mild schoonmaakmiddel.
o
Gebruik uitsluitend een zacht doekje. Gebruik nooit schurende schoonmaak-
middelen die krassen kunnen veroorzaken op de oppervlakte.
o
Gebruik na reiniging een zacht, vochtig doekje om het oppervlak te drogen en te
polijsten.
8. Mogelijke storingen
Fout-
melding
Oorzaak
Oplossing
E0
•
Er bevindt zich geen
kookgerei op het kookvlak,
of het kookgerei is niet
geschikt.
•
Zet een geschikte pan op de
kookzone.
E1
•
Bovenmatige stijging van
de temperatuur van het
apparaat (bv. als gevolg
van verstopte ventilatie-
openingen)
•
Beschadigd onderdeel
(bv. transistor)
•
Maak de ventilatieopening vrij.
Haal de stekker uit het
stopcontact, laat het apparaat
enige minuten afkoelen. Hierna is
het op nieuw klaar voor gebruik.
Indien na afkoeling op het display
nog steeds de foutmelding te zien
is, neem dan contact op met de
leverancier.
•
Neem contact op met de
leverancier.
E2
•
De beveiliging tegen
oververhitting is
ingeschakeld, het apparaat
schakelt uit.
•
Haal het kookgerei van de
kookplaat. Laat het apparaat
enige minuten afkoelen. Hierna is
het apparaat opnieuw klaar voor
gebruik.
E3
•
Kortdurende overspanning
•
Koppel het apparaat los van het
stopcontact (trek de stekker
eruit!). Laat het apparaat enige
minuten afkoelen. Hierna is het
op nieuw klaar voor gebruik.