KARAT
®
130/164/300
NL
12
GEBRUIKSAANWIJZING KARAT® 130/164/300
van de stofafzuiger en voorkom verstopping.
•
Hou de boormachine stevig vast.
•
Gebruik altijd de handgreep
5
aan de voor-
kant van de boormachine.
•
Plaats de diamantboor enigszins scheef op
het te boren oppervlak.
•
Zodra de boor zich heeft gecentreerd in het
materiaal positioneer de boormachine tot
haaks op het oppervlak.
WAARSCHUWING: De machine
heeft vooral in Stand 1 een hoog
draaimoment. U dient uiterst voor-
zichtig te zijn met het boren in de
eerste versnelling en met diame-
ters vanaf 60 mm. Bij het plotseling
blokkeren van de boor kan de
machine, zelfs met de veiligheids-
koppeling, uit handen worden
getrokken en u verwonden.
BoreN met de BoorstaNdaard
Afstelling van glijstukken
A
B
Zorg bij gebruik van een boorstandaard voor een
juiste afstelling van het glijstuk. De glijstukken van
de Karat boormachines zijn voorzien van glijstrip-
pen voor een precieze afstelling.
•
Draai de borgmoeren (A) los met bijgeleverde
sleutel 13.
•
De stelbouten (B) afstellen voor een soepel
glijden van het glijstuk aan de boorstandaard.
•
De borgmoeren (A) weer vastzetten.
Glijstuk Karat 300 gebruik
De kernboormachine Karat 300 kan eenvoudig
van glijstuk Karat 300 en daarmee van de boor-
standaard worden afgenomen.
•
Draai de borgbout
36
van het glijstuk met
behulp van de duwhendel
13
los.
•
De machineborging lostrekken.
•
Schuif de machine voorzichtig van het glij-
stuk.
•
Bij terugplaatsen van de machine de omge-
keerde volgorde hanteren.
Boorstandaard afstellen
•
Plaats de boorstandaard op de plaats waar
moet worden geboord.
•
Trek aan de borgbout
22
en draai de cen-
treerplaat
23
naar voren tot deze vastklikt.
•
Stel de boorstandaard zo af dat de punt van
de centreerplaat voor de gebruikte machine
precies boven de gewenste boorplaats ligt.
•
Bevestig de boorstandaard.
Boorhoek instellen
•
Draai de vastzethendel
17
los.
•
Duw de stang
15
zo ver naar binnen of trek
deze zo ver naar buiten tot de schaalverde-
ling de gewenste boorhoek aangeeft.
•
Draai de vastzethendel
17
vast.
Boren
•
Zorg altijd voor een goede verankering van
de boorstandaard in de ondergrond.
•
Open de waterkraan
7
.
•
Bedien de aan/uit-schakelaar
2
.
•
Boor met gelijkmatige aandrukkracht. Over-
belast de machine niet.
•
Het bij het boren wegspoelende water moet
melkkleurig en niet helder zijn.