57
Bevestigingssysteem voor de machinale reiniging van motoren
7. Voorbereiding van de componenten
voor de machinale reiniging
Demonteer alle adapters en werktuigen van de handstukken of
motoren en steek de afzonderlijke componenten op de bijbehorende
houders.
Afb. 6
Bij hardnekkig, aangekoekt vuil op de werktuigen, b.v. gecoaguleerd
eiwit, kan de zuiverheid na het machinale reinigingsproces niet
worden verzekerd. Daarom moeten de werktuigen in dit geval manueel
worden voorgereinigd.
8. Reinigingsprogramma
Alle Aesculap-componenten, die op pagina's 2-3 staan afgebeeld of
opgesomd, kunnen machinaal worden gereinigd.
De componenten die geschikt zijn voor machinale reiniging, mogen
enkel machinaal worden gereinigd als de daartoe voorziene houders
en het geschikte reinigings- en desinfectieprogramma worden
gebruikt.
Gebruik een reinigings- en desinfectieprogramma, waarbij de reiniging
met een neutraal reinigingsmiddel op basis van enzymen gebeurt. Bij
gebruik van andere reinigingsmiddelen worden de componenten
beschadigd. Tijdens de reinigingsfase mag de maximumtemperatuur
van 50 °C niet worden overschreden. De laatste spoelbeurt met
gelijktijdige thermische desinfectie dient met gedemineraliseerd water
te gebeuren.
Gebruik bijvoorbeeld het VARIO-TD-procédé van Miele (zie afb. 7).
Afb. 7 Temperatuurverloop bij het Miele VARIO-TD-procédé
1
Voorspoelen
2
Reinigen met neutraal reinigingsmiddel
3
Tussenspoelen
4
Desinfectie
5
Drogen
Bij de
HiLAN
-handstukken kan het ondanks correct verlopen droog-
programma gebeuren, dat er in de schacht nog een beetje vloeistof
achterblijft. Deze vloeistof moet door "schudden" worden verwijderd.
Dit leidt normaal niet tot een verkorting van de levensduur of andere
complicaties.
9. Onderhoud
Na de reiniging moeten de componenten volgens de instructies in de
overeenkomstige handleiding worden gesmeerd. Dit is vooral bij de
HiLAN
-, de
miniLine
- en de componenten met
INTRA
-koppeling
absoluut noodzakelijk.
10. Sterilisatie
Voor de sterilisatie kunt u de componenten in de houders laten.
Steriliseer de componenten onmiddellijk na de reiniging.
Voer een stoomsterilisatie uit en let daarbij op het volgende:
De sterilisatie moet volgens een erkend stoomsterilisatieprocédé
gebeuren (b. v. in een sterilisator conform EN 285/ANSI/AAMI/
ISO 11134-1993, ANSI/AAMI ST46-1993 en erkend conform EN 554/
ISO 13683). Bij de toepassing van het gefractioneerd vacuümprocédé
moet de sterilisatie bij 134 °C/2 bar gedurende een
minimumverwijltijd van 5 minuten worden uitgevoerd.
Ø
Gebruik voor elke component alleen de voorziene
houder. Let hierbij op het symbool op de houder
(afb. 6) en de tabel in hoofdstuk 1.
Ø
Onderhoud en steriliseer de componenten
onmiddellijk na de machinale reiniging.
Содержание Aesculap ECCOS
Страница 59: ......