![Atlantic EGEO Скачать руководство пользователя страница 81](http://html.mh-extra.com/html/atlantic/egeo/egeo_installation-and-operating-manual_2999744081.webp)
NL
79
4.2. Warmwateraansluiting
Voorstelling
Installatie
Gebruik
Onderhoud
Garantie
Bij gebruik van slangen van synthetisch materiaal (bijv.: VPE, meerlaags…), is de installatie van een
thermostatische regelaar aan de uitgang van de boiler verplicht indien de ingestelde temperatuur
hoger is dan 80°C. Hij moet worden ingesteld overeenkomstig de prestaties van het gebruikte
materiaal.
Sluit de koperen buizen niet rechtstreeks aan op de warmwateraansluiting. Het is verplicht om een
diëlektrische koppeling te voorzien (meegeleverd).
Corrosie van de schroefdraad van de warmwateraansluiting zonder deze beschermingen valt niet
onder onze garantie.
4.3. Aansluiting primair circuit (voor producten met interne warmtewisselaar)
Bescherm tegen overdruk ten gevolge van uitzetting van het water tijdens het verwarmen door
middel van een 0,3 MPa (3 bar) afsluiter, of door middel van een expansievat van het open type (bij
atmosferische druk) of door middel van een membraanvat van het gesloten type. De werkdruk van
het circuit mag niet hoger zijn dan 0,3 MPa (3 bar) en de temperatuur mag niet hoger zijn dan 85°C.
In geval van aansluiting op zonnecollectoren moet een mengsel met glycol voor antivries- en
anticorrosiebescherming worden gebruikt: type "TYFOCOR L". In geval van een installatie met een
afsluiter aan de inlaat en de uitlaat van de warmtewisselaar, mogen beide kleppen nooit tegelijk
worden gesloten om elk risico van barsten van de wisselaar te voorkomen.
Er moet absoluut een sifon worden voorzien voor het afvalwater (de sifon mag niet worden gemaakt
met de meegeleverde slang)
.
4.4. Condensaatafvoer
Afhankelijk van de luchtvochtigheid kan
tot 0,25 l/u condensaat worden
geproduceerd
. Dit condensaat mag niet rechtstreeks in de riolering worden
geloosd, aangezien de ammoniakdampen die uit de riolering vrijkomen de
verdamper en de onderdelen van de warmtepomp kunnen beschadigen.
Door de afkoeling van de lucht die langs de verdamper stroomt, condenseert het water in de lucht.
Het condenswater dat uit de achterkant van de warmtepomp stroomt, moet door kunststof
leidingen van de warmtepomp worden geleid om het condensaatwater af te voeren.