ATIKA KLS 1600 -, Руководство по эксплуатации

Страница: 78 / 125

77
Werkvoorschriften
Houdt u vóór werkbegin rekening met
!
de “Veiligheidsinstructies”
!
de volgende extra werkinstructies.
ƒ Alleen personen van meer dan 16 jaren, die de bedieningshandleiding
hebben gelezen en begrepen mogen de machine bedienen.
ƒ Draag uw veiligheidsuitrustingen (veiligheidsbril/-vizier, handschoenen),
om u tegen mogelijke letsels te beschermen.
ƒ
Zorg voor een veilige en opgeruimde werkplaats. Verwijder voorwerpen
die weggeslinder.t
ƒ
Waarborg vóór begin van de werkzaamheden dat:
−
zich in het werkbereik geen verdere personen of dieren ophouden
−
een obstacelvrij terugwijken voor u is gewaarborgd
− een veilige stand is gewaarborgd
−
handgrepen en houders droog en schoon zijn.
ƒ Richt de zuig-/blaaspijp nooit op personen of dieren. Blaas ook geen
voorwerpen in de richting, waar personen of dieren staan.
ƒ Toeschouwers dienen een veiligheidsafstand van minimum 5 m te
bewaren.
ƒ Wees voorzichtig voor opgewaaide en rondvliegende voorwerpen.
Bijzonder gevaarlijk is daarbij het terugstooteffect aan muren en
huiswanden (bijv. stenen).
ƒ
Schakel het toestel uit, wanneer u kiezel- of splitwegen oversteekt.
ƒ
Gebruik het toestel niet met natte handen of bij vochtige
weersomstandigheden.
ƒ
Vul niets van hand in de aanzuigopening.
ƒ Geleid de aansluitleiding steeds naar achter, van het toestel weg. Er
bestaat anders gevaar voor struikelen, uitglijden of vallen.
ƒ Run het toestel bij het zuigen nooit
−
zonder opvangzak,
−
met niet gesloten ritssluiting van de opvangzak.
Wanneer personen met bloedcirculatiestoornissen te vaak aan trillingen
worden blootgesteld, kunnen beschadigingen aan het zenuwsysteem of aan
de bloedvaten optreden.
U kunt de trillingen reduceren :
-
door stevige, warme arbeidshandschoenen
- verkorting van de werktijd (meerdere lange pauzes maken)
Consulteer een arts wanneer uw vingers opzwellen, u zich niet goed voelt of
uw vingers gevoelloos worden.
Instructies voor het gebruik als zuig- en hakseltoestel
Vergewis u er voor de inbedrijfstelling van, dat de opvangzak
gemonteerd, niet beschadigd of versleten is en de ritssluiting gesloten
is.
1. Schakel het toestel in.
Â
2. Het zuiggoed wordt via het aanzuigstuk (17) in het toestel ingetrokken en
gehakseld.
3. Beweeg het toestel langzaam en gelijkmatig boven het op te zuigen
materiaal. Druk het toestel niet in het loof.
4. Het zuigvermogen vermindert, wanneer de opvangzak vol is. Schakel het
toestel uit en haal de netstekker uit de contactdoos. Open de ritssluiting
en ledig dan de opvangzak.
5.
Na werkeinde:
!
schakel de machine uit en neem de steker uit het stopcontact.
!
maak de opvangzak van de haak (6) los. Â
!
draai de handgreep van de opvangzak tegen de wijzers van de klok
in en trek de opvangzak af.
Â
!
steek het aansluitstuk (5) op. Â
!
draai het aansluitstuk in richting van de wijzers van de klok om de
blaasslang (7) te zekeren.
Â
!
schakel het toestel in, om achterstanden uit het apparaat te
verwijderen.
L
Loof vroeg opnemen! – Het is raadzaam, loof indien mogelijk bij
droog weer en zo snel mogelijk na het neervallen van het loof op te nemen.
Nat loof vormt een probleem, zoals eveneens loof dat reeds te rotten
begonnen heeft, of op grotere hopen is gewaaid.
Instructies over het gebruik als blaastoestel
Blaasmethode 1: blazen met blaassproeier (15).
Â
Verwijder de opvangzak van het apparaat, als de opvangzak nog aan het
apparaat is bevestigd.
Â
Maak de opvangzak van de haak (6) los.
 Draai de handgreep van de opvangzak tegen de wijzers van de
klok in en trek de opvangzak af.
 Steek het aansluitstuk (5) op.
Â
Draai het aansluitstuk in richting van de wijzers van de
klok, om de blaasslang (7) te zekeren.
Â
Schakel het toestel in.
 De luchtstroom wordt via de blaassproeier (15) uit het
apparaat geblazen.
Beweeg het apparaat langzaam en gelijkmatig van één kant naar
de andere kant, om de vlakte te reinigen.
Blaasmethode 2: blazen met de blaasslang
U bent met de blaaspijp vrij beweeglijk en kunt zodoende hoeken en moeilijk
toegankelijke vlakken reinigen/uitblazen.
Verwijder de opvangzak van het apparaat, als de opvangzak nog aan het
apparaat is bevestigd.
 Maak de opvangzak van de haak (6) los.
 Draai de handgreep van de opvangzak tegen de wijzers van de
klok in en trek de opvangzak af.
 Trek het aansluitstuk van de blaasslang (7) eruit.
 Steek een blaasverlengpijp (11) in het aansluitstuk van de
blaasslang (7).
 Steek de tweede blaasverlengpijp op.
Â
Schakel het toestel in.
Â
Beweeg de blaaspijp langzaam en gelijkmatig een paar centimeter
over de vloer.
Â
Bij onderbrekking van het werk kunt u de blaaspijp in de houders
(13) aan het toestel inhangen.
Instelling van de hoogte
De loofzuiger is met een variabel hoogteverstelmechanisme uitgerust.
Daarom kunt u niet alleen op gladde vloer werken, maar ook op oneffen
vloer.
Werken op oneffen vloer
 Maak de draaiknop (14) los. De handgreep is nu vrij beweeglijk.
Â
Beweeg de handgreep omhoog en omlaag, om de loofzuiger aan
de gesteldheid van de bodem aan te passen.
Werken op gladde vloer
Â
Maak de draaiknop (14) los. De handgreep is nu vrij beweeglijk.
 Beweeg de geleidingsboom (9) omhoog of omlaag, om de vereiste
hoogte van het aanzuigstuk (17) in te stellen.
Â
vlakke positie van het aanzuigstuk (17)
Deze positie is ideaal voor het reinigen van gladde, geplaveide
plaatsen en weggen, zoals opritten, terassen, voetpaden ...
In deze positie is het aanzuigvermogen zeer sterk.