Fig. 23
u
Kastdeur qua diepte Z uitlijnen: boven schroeven
Fig. 23 (35)
, onder zeskantbouten
Fig. 23 (13)
losdraaien,
daarna deur verschuiven.
u
Laat de noppen en afdichtstroken niet
aanslaan - ze zijn belangrijk voor de
functie!
u
Stel tussen het kastdeurtje en de
ombouwkast een luchtspleet van ca.
2 mm in.
Bij grote of gedeelde kastdeuren:
u
Een
2e
paar
bevestigingshoeken
Fig. 10 (12)
monteren.
u
Daarvoor de voorgeboorde gaten bij de
deurgreep gebruiken.
Fig. 24
u
Juiste montage van de deur controleren en evt. bijstellen.
u
Draai alle schroeven vast.
u
Contramoeren
Fig. 24 (32)
met de ringssleutel
Fig. 24 (38)
vastdraaien, daarbij stelbouten
Fig. 24 (33)
met een schroe-
vendraaier tegenhouden.
u
Bovenste
afdekking
Fig. 25 (39)
plaatsen en
vastklikken.
u
Afdekkingen
Fig. 25 (40)
aan de zijkant plaatsen, tot
aan de aanslag schuiven,
dan de afdekking vast-
drukken tot die hoorbaar
vastklikt.
u
Afdekkingen
Fig. 25 (41)
opzij erop schuiven, dan
met een schroevendraaier
naar voren trekken, zodat
ze goed vastklikken.
Fig. 25
u
Afdekkingen
Fig. 7 (4,6,7)
plaatsen en vastklikken.
Bij apparaten tot 1220 mm inbouwnishoogte kan een eind-
aanslagvering worden ingesteld:
De vering van de eindaanslag van
de deur kan indien nodig met de
bijgesloten inbussleutel 5 worden
afgesteld:
u
sterkere veerkracht: in de rich-
ting van de wijzers van de klok
draaien.
u
zwakke veerkracht (leverings-
toestand): tegen de richting van
de wijzers van de klok draaien.
Controleer de volgende punten om na te gaan of het apparaat
juist is gemonteerd. Anders kunnen er ijsvorming, condenswa-
tervorming en functiestoringen optreden:
w
De deur moet goed sluiten
w
De kastdeur mag de ombouwkast niet raken
w
De afdichting aan de bovenste hoek aan de kant van de
handgreep moet stevig aanliggen. Controleer dit door het
vertrek de verdonkeren, een zaklamp in het apparaat te
leggen en de deur te sluiten. Wanneer er licht uit schijnt,
moet de montage gecontroleerd worden.
5 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
u
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
wisselstroom) of spaarstekker.
WAARSCHUWING
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcon-
tact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het appa-
raat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorzie-
ning gescheiden kan worden. Het stopcontact mag
zich niet achter het apparaat bevinden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
Apparaat aansluiten
7
Содержание kd8178afa01
Страница 26: ......
Страница 27: ......
Страница 28: ...gba 7084278 03 210211 ATAG Nederland www atag nl ...