NL 7
GEBRUIK
Stand 1
• Bouillon trekken. Vlees stoven. Warm houden. Doorkoken van soep,
rijst, pap (kleine hoeveelheden).
Stand 0
• Doorkoken van gerechten met een kooktijd korter dan 10 min.,
nadat het gerecht eerst op een hogere stand aan de kook is
gebracht.
Pannen
De beste bodemdikte is:
• Bij roestvrijstalen pannen
4-6 mm.
• Bij staal/emaille pannen
2-3 mm.
De diameter van de panbodem moet de kookzone volledig bedekken.
• De bodem van de koude pan moet enigszins naar binnen getrokken
zijn, want bij verhitting van de pan volgt uitzetting van de bodem
en sluit de pan goed aan op het kookzonevlak en wordt de warmte
optimaal doorgegeven.
• Pannen waarmee reeds eerder op een gaskookplaat is gekookt,
zijn vaak niet meer geschikt voor elektrisch koken. Zorg dat de
panbodem én kookplaat droog zijn, dit voorkomt roestvorming.
Gebruik altijd een deksel tijdens het koken in verband met
energieverlies.