48
SK 34 Veiligheidsrelais
2. Algemene veiligheidsbepalingen en veiligheidsmaatregelen
•
Fabrikant en gebruiker van de installatie / machine, waarop de veiligheidsinrichting wordt gebruikt, zijn
ervoor verantwoordelijk om alle geldende veiligheidsvoorschriften en -regels op eigen verantwoordelijk-
heid af te stemmen en te respecteren.
•
De veiligheidsinrichting garandeert in combinatie met de bovengeschikte besturing een functionele veilig
-
heid, maar niet de veiligheid van de complete installatie / machine. Voordat de machine wordt gebruikt,
is daarom een veiligheidsobservatie van de complete installatie / machine conform de machinerichtlijn
2006/42/EG of de betreffende productnorm noodzakelijk.
•
De bedieningshandleiding moet permanent op de installatieplaats van de veiligheidsinrichting beschikbaar
zijn.
Ze moet door iedereen die zich bezighoudt met bedienings-, onderhouds- of servicewerkzaamheden van
de veiligheidsinrichting, grondig worden gelezen en toegepast.
•
De installatie en inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichting mag enkel door vakpersoneel gebeuren,
dat vertrouwd is met deze bedieningshandleiding en de geldende voorschriften over arbeidsveiligheid
en ongevallenpreventie. De aanwijzingen in deze handleiding moeten absoluut nageleefd worden.
Elektrische werkzaamheden mogen enkel door elektriciens worden uitgevoerd.
•
De veiligheidsvoorschriften betreffende elektrotechniek en die van de bedrijfsvereniging moeten in acht
worden genomen.
•
Het relais dient bij werkzaamheden hieraan spanningsvrij geschakeld, op spanningsvrijheid gecontroleerd
en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te worden.
•
Als de potentiaalvrije contacten van de relaisuitgangen met een gevaarlijke spanning extern gevoed worden,
dan moet gegarandeerd worden dat deze bij werkzaamheden aan het relais eveneens uitgeschakeld
worden.
•
Het relais bevat enkel onderhoudsvrije onderdelen. Door eigenhandige ombouwwerken resp. herstellingen
aan het relais vervalt elke garantie en aansprakelijkheid van de fabrikant.
•
Het beveiligingssysteem dient met passende tijdsintervallen door deskundigen gecontroleerd en te allen
tijde inzichtelijk gedocumenteerd te worden.
Veiligheidsaanwijzingen
•
Met het relais is zowel werking op 230 V (115 V bij SK 34-82) als met 24 V mogelijk. Door de bedrijfsspanning
op de verkeerde klemmen aan te sluiten kan het relais kapot gaan.
•
Het meldcontact 31, 32 dient alleen als hulpcontact (indicatie etc.) en mag niet worden opgenomen in
het veiligheidscircuit.
•
Het relais dient in een schakelkast gemonteerd te worden.
•
Niet in directe nabijheid van sterke warmtebronnen monteren.
•
Bij capacitieve en inductieve verbruikers dient voor voldoende beveiligingsschakeling gezorgd te worden.
Voor een ontwerp van het beveiligingssysteen volgens de norm EN ISO 13849-1:2008
categorie 2, moet vóór elke gevaarlijke beweging van de installatie / machine een
test van het beveiligingssysteem plaatsvinden. Het gebruik of het bedraden van het
veiligheidsrelais SK 34 zonder testen, voldoet niet aan deze veiligheidseisen.
In geval van het niet in acht nemen of opzettelijk misbruik vervalt de aansprakelijkheid
van de fabrikant.
Nederlands
Содержание SK 34
Страница 59: ...59 Notizen Notes Notes Note Notities ...