23
Bediening
Verlichting in het vertrek
U bereikt met de Tracer de beste
resultaten als u hem gebruikt in een
vertrek of ruimte waar u de verlichting
kunt regelen. hoe donkerder de
ruimte, hoe helderder en scherper het
geprojecteerde beeld.
Gebruiksaanwijzingen
1. Leg het materiaal dat u wilt projecteren
met de beeldkant naar boven op een
vlakke, harde ondergrond. Een kruk of
harde stoel is ideaal. Deze kan namelijk
gemakkelijk worden verschoven om het
juiste projectieformaat te krijgen.
WAARSCHUWING: Plaats de Tracer
in de buurt van een stopcontact en
leg het snoer zo neer dat niemand
er in het donker over struikelt of
eraan trekt.
2. zet de Tracer bovenop het originele
materiaal, met de opening over het
gedeelte dat u wilt projecteren.
3. Steek de stekker van de Tracer in het
stopcontact en druk op de rode knop
bovenop het apparaat.
4. Doe de verlichting in het vertrek uit en
richt de Tracer op de projectiewand of een
ander verticaal oppervlak (ezel, bord enz.)
Beeldformaat en
scherpstellen
het formaat van het geprojecteerde
beeld verandert als u de Tracer
verschuift. Voor een kleiner formaat zet
u hem dichterbij de projectiewand en als
u de afstand tot de projectiewand groter
maakt, krijgt u een grotere vergroting.
Stel vervolgens scherp door het objectief
naar binnen of naar buiten te schuiven.
De Tracer kan een afbeelding vergroten
tot twee tot tien keer het oorspronkelijke
formaat. zie Fig. 1 voor de gewenste
vergroting en aanbevolen afstanden.
Vervorming
Om vervorming te voorkomen,
moet de projector loodrecht op het
projectievlak staan (zoals Fig. 1 laat
zien). Door de projector een beetje te
verschuiven totdat het getprojecteerde
beeld rechthoekig en scherp is, krijgt
u een beter resultaat. Als u woorden
of symmetrische dessins projecteert,
is het handig om de hoogte van de
woorden of het dessin aan één kant
van de projectie te meten en die maat
te vergelijken met de hoogte aan de
andere kant. Als beide afmetingen niet
gelijk zijn, moet u de projectoropstelling
veranderen.
Groot formaat originelen
Als de te projecteren afbeelding groter
is dan het beeldvlak van de projector
(12,5 x 12,5 cm) kunt u het origineel in
gedeelten projecteren en overnemen.
Projecteer een deel, neem dit over op
de gewenste ondergrond en verplaats
de projector naar een aansluitend
gedeelte. zorg dat het volgende
gedeelte goed aansluit op het eerdere
en ga verder met overnemen. zorg dat
het uiteindelijke beeld niet vervormd
raakt. (zie ook onder “vervorming”
hierboven).
Driedimensionale objecten
Met de Tracer kunt u ook kleine,
driedimensionale objecten projecteren
zoals munten, sieraden en dergelijke.
zet de projector hierbij over het deel van
het driedimensionale voorwerp dat u
wilt projecteren of plaats hem bovenop
het object dat u in zijn geheel wilt
projecteren.