Let op :
De POWER (AAN/UIT) schakelaar (6) moet op ON/AAN worden gezet tijdens het opladen van
het apparaat.
Zet de POWER (AAN/UIT) schakelaar
(6)
op ON . Steek de bij geleverde 12V lader in de plugopening 12V
INPUT
(5)
. De balkjes aan de rechterzijde (10) van het LCD - display
(2)
geven de status aan van de
accucapaciteit. De balkjes zullen van onder naar boven vollopen om aan te geven dat het laadproces (tot 10 uur)
wordt uitgevoerd.
LED zaklamp / SIGNAAL licht
De ingebouwde extra heldere LED licht helpt u bij het starten van uw auto tijdens de duisternis. De knipper -
modus kan maximaal 120 uur worden gebruikt, onder andere ter beveiliging bij een ongeval.
•
Zet de POWER (AAN/UIT)schakelaar op ON
(6)
•
Druk op de LED licht toets
(3)
om te schakelen tussen de soorten af te geven licht: LICHT
ON/OFF-AAN/UIT, FLASH/FLITSEN, OFF/UIT.
USB-POORTEN
LET OP: Sluit de usb-poorten niet aan tijdens het gebruik van de starthulp!
Gebruik de ingebouwde 5 Volt USB - poorten
(4)
om uw USB - apparaten op te laden:
bijv. mobiele telefoons, navigatiesysteem , auto-elektronica.
De 1e USB-poort levert stroom tot 1 A ( 5 Watt )
De 2e USB-poort levert stroom tot 2,1 A ( 10,5 Watt)
OPSLAG
Na gebruik dient dit toestel volledig opgeladen opgeslagen te worden op een droge, goed geventileerde plek,
buiten het bereik van kinderen . Als het apparaat niet vaak wordt gebruikt,
(6)
zet dan de POWER (AAN/UIT)
schakelaar op OFF om een lage zelfontlading (10μA) mogelijk te maken. Laad ten minste om de 6 tot 8 maanden
de accu van de starthulp op.
Het opladen dient alleen te geschieden met behulp van de meegeleverde lader.
Niet opslaan op plaatsen waar de temperatuur hoger wordt dan 45 ° C/113 ° F of lager wordt dan 0 ° C/32 ° F.
Bescherm het toestel tegen direct zonlicht , hitte en vocht.
Het gebruik van de starthulp voor een auto (ALLEEN 12V!)
LET OP:
Om oververhitting te voorkomen, op zijn minst 1 minuut wachten, na elke mislukte poging om uw
voertuig te starten.
LET OP:
Lees de handleiding van uw auto! Sommige autofabrikanten hebben speciale wensen voor het starten
van het voertuig met een starthulp (bijv. zekeringen die verwijderd moeten worden of bepaalde veiligheidseisen).
Sommige auto- fabrikanten plaatsen de accu in de laadruimte of in de kofferbak.
Deze voertuigen hebben vaak
speciale aansluitpunten waaraan een starthulp kan worden verbonden.
1.
Voorbereiding: Zorg er voor dat er geen oxidatie of vuil op de aansluitpolen van de accu van uw voertuig zit.
2.
Controleer de capaciteit van de accu
(10)
(meer dan 3 balkjes of 12.8V zijn nodig voor het toestel goed te
laten werken).
Sluit de rode (+) klem aan de positieve (+) pool van de accu van uw voertuig.(GND).
Sluit de zwarte (-) klem aan de negatieve pool (-)van de accu van uw voertuig.
3. Controleer of de
WAARSCHUWINGS LED (8)
met pictogram verschijnt. Als er geen fout optreedt, drukt u op
de START-knop (vereist voor elke startpoging) en wacht tot het toestel klaar is om uw auto te starten.
(pictogram 11 verschijnt).
4. Start uw auto. Als de starthulp weigert, controleer dan alle aansluitingen en herhaal de laatste stap.
5.
Schakel het toestel uit (POWER AAN/UIT-schakelaar
(6)
(OFF/UIT) en maak de zwarte en de rode klemmen
van de auto accu los.
LCD SCHERM
LET OP:
(8)
: Dit pictogram knippert op het LCD-scherm als zich een ernstig probleem
voordoet: Er is sprake van kortsluiting of een omgekeerde polariteit. Schakel onmiddellijk
POWER -AAN/UIT off/uit en controleer alles nog een keer.
Содержание LI600A
Страница 20: ......