41
BEDIENING
Beperking van de werkingsduur
Om de feilloze werking van de kookplaat te
vergroten, is hij uitgerust met een beperking
van de werkingsduur voor elk van de kook-
zones. De maximale werkingsduur wordt
vastgesteld op grond van het laatste gekozen
vermogensniveau.
Als u het vermogensniveau gedurende
langere tijd (zie tabel) niet verandert, wordt
de bijbehorende kookzone automatisch
uitgeschakeld en de restwarmteindicator
ingeschakeld. U kunt echter op ieder moment
de respectievelijke kookzones inschakelen en
bedienen, volgens de gebruiksaanwijzing.
vermogensniveau
verwarming
Maximale we-
rkingsduur in uren
10
1
10
2
6
3
5
4
5
5
4
6
1,5
7
1,5
8
1,5
9
1,5
Bij stroomonderbreking wordt
de restwarmteindicator „H” niet
getoond. Ondanks dat kan de ko-
okzone nog steeds heet zijn!
Restwarmte-indicator
Na afloop van het koken blijft in het keramische glas warmte-energie achter die restwarmte
wordt genoemd. Het tonen van de restwarmte vindt plaats in twee etappes. Na uitschakeling
van de kookzone of van het hele apparaat, verschijnt op de display de letter „H”, wanneer de
temperatuur hoger is dan 60°C. De restwarmteindicator blijft branden zolang de temperatuur
hoger is dan 60°C. Bij een temperatuurbereik van 45°C tot 60°C toont de display de letter
„h”. Deze letter staat voor een laag restwarmteniveau. Zodra de temperatuur daalt beneden
45°C dooft de restwarmteindicator. Wanneer de stroom uitvalt tijdens het branden van de
restwarmteindicator voor een temperatuur hoger dan 60°C, dan zal de restwarmteindicator na
het terugkeren van de stroom gaan knipperen. De restwarmteindicator blijft knipperen totdat de
maximale afkoeltijd is verstreken of totdat een kookzone wordt gekozen en ingeschakeld.
Raak tijdens het branden van
de restwarmteindicator de ko-
okzone niet aan in verband met
het risico voor verbrandingen
en zet er geen voorwerpen op
die gevoelig zijn voor warmte!