79
REINIGING EN ONDERHOUD VAN HET FORNUIS
De zorg waarmee de gebruiker het fornuis
reinigt en onderhoudt, heeft een belangrijke
invloed op zijn levensduur en probleemloze
werking.
Voor de reiniging moet de oven uitge-
schakeld worden. Let er hierbij op dat alle
draaiknopen in de stand “
”/“0” staan.
De oven mag pas gereinigd worden als
hij afgekoeld is.
Reiniging na elk gebruik
•
Licht, niet aangebrand vuil
moet ver-
wijderd worden met een vochtige doek
zonder reinigingsmiddel. Bij gebruik van
een afwasmiddel kan er een blauwach-
tige verkleuring ontstaan. Hardnekkige
vlekken laten zich niet altijd verwijderen
bij de eerste reiniging, zelfs bij gebruik
van een speciaal reinigingsmiddel.
•
Sterk aangekoekt vuil moet verwij-
derd worden met een schraper. Daar-
na moet het oppervlak gereinigd wor-
den met een vochtige doek.
Schraper om de kookplaat te reinigen