48
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wees bijzonder voorzichtig als er kinderen in de buurt van het fornuis zijn, want ze kennen
de bedieningsprincipes van het fornuis niet. De hete branders van de gaskookplaat, de
ovenkamer, het rooster, de ruit van de deur, en potten en pannen met hete vloeistoffen
kunnen brandwonden veroorzaken!
Zorg ervoor dat er geen kleine keukentoestellen of hun kabels in direct contact komen
met de hete oven of de kookplaat, want de isolatie van deze toestellen is niet bestand
tegen hoge temperaturen.
Laat het fornuis niet achter zonder toezicht terwijl u kookt. Oliën en vetten kunnen ont-
vlammen als gevolg van oververhitting of overkoken.
Zorg ervoor dat de kookplaat niet vuil wordt of onderloopt door overlopende spijzen.
Eventueel vuil moet onmiddellijk verwijderd worden.
Plaats geen potten of pannen met een natte bodem op de hete kookvelden, want dit kan
onomkeerbare wijzigingen aan de plaat veroorzaken (onverwijderbare vlekken).
Gebruik enkel potten en pannen die volgens de aanwijzingen van de producent geschikt
zijn om te koken op een keramische plaat.
Als het oppervlak van de kookplaat gebarsten is, moet het toestel van het stroomnet
ontkoppeld worden om elektrocutie te vermijden.
Schakel de kookplaat niet aan zonder er eerst een pot of pan op te plaatsen.
Het is verboden om potten of pannen met scherpe randen te gebruiken, want die kunnen
de keramische plaat beschadigen
Kijk niet naar de halogene kookvelden terwijl ze opwarmen (als ze niet afgedekt zijn met
een pot of pan).
Plaats geen potten of pannen met een gewicht van meer dan 15 kg op de open deur van de
oven, en geen potten of pannen met een gewicht van meer dan 25 kg op de kookplaat.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of scherpe metalen voorwerpen om de glazen
deur te reinigen. Hierdoor kan het oppervlak gekrast raken, wat kan leiden tot barsten in
het glas.
Het is aan te raden het deksel te reinigen vooraleer u het opent. U laat het oppervlak van
de kookplaat best eerst afkoelen voordat u het deksel sluit.
Het is verboden om een fornuis met technische defecten te gebruiken. Defecten mogen
enkel hersteld worden door een erkend technicus met gepaste kwalificaties.
Bij problemen veroorzaakt door technische defecten, moet het fornuis van het stroomnet
ontkoppeld worden en moet het defect gemeld worden voor herstelling.
Er mogen geen toestellen voor reiniging met stoom gebruikt worden om het fornuis te
reinigen.
Personen met ingeplante toestellen die lichaamsfuncties ondersteunen (bv. een
pacemaker, een insulinepomp of een hoorapparaat) moeten er zich van vergewis-
sen, dat de werking van deze toestellen niet verstoord wordt door de inductieplaat
(de inductieplaat werkt binnen het frequentiebereik 20-50 kHz).
Het toestel is uitsluitend ontworpen voor kookdoeleinden.
Elke andere toepassing (bv. voor het verwarmen van ruimtes) stemt niet overeen met de
bestemming van het toestel en kan gevaar veroorzaken.