68
NL
Beveiliging van de accu in het voertuig
OPMERKING
Om te voorkomen dat de voertuigaccu volledig
leeg raakt, wordt het product automatisch uitgeschakeld wanneer de
accuspanning onder een vooraf ingestelde waarde daalt.
1. Druk 3 keer op de instelknop
SET
(I). De ingestelde accustand
LO
/
NE
/
HI
knippert.
2. Druk op de knoppen
+/–
(L) om te schakelen tussen de verschillende
accumodi.
3. Druk op de instelknop
SET
(I) om de instelling te bevestigen.
In de volgende tabellen wordt de instelling voor accu's van 12 V en 24 V
weergegeven. De batterijspanning wordt automatisch herkend.
12 V
gelijkstroom
Lage stand
(LO)
Gemiddelde
stand (NE)
Hoge stand
(HI)
Afschakel-
spanning
10,1 ±0,3 V
11,4 ±0,3 V
11,8 ±0,3 V
Herstartspan-
ning
11,1 ±0,3 V
12,2 ±0,3 V
12,6 ±0,3 V
24 V
gelijkstroom
Lage stand
(LO)
Gemiddelde
stand (NE)
Hoge stand
(HI)
Afschakel-
spanning
21,5 ±0,3 V
24,1 ±0,3 V
24,6 ±0,3 V
Herstartspan-
ning
23,0 ±0,3 V
25,3 ±0,3 V
26,2 ±0,3 V
Openen/sluiten
1. Openen: open het deksel (A) door aan de vergrendeling te trekken.
2. Sluiten: Sluit het deksel (A) voorzichtig door het bij de vergrendeling
vast te houden. Het deksel moet gelijk met de buitenbehuizing liggen.
USB-oplaadpoort
De USB-oplaadpoort (M) levert 5 V en 500 mA.
1. Haal voorzichtig de rubberen afdekking eruit.
2. Sluit het USB-apparaat aan op de USB-oplaadpoort (M).
3. Plaats na gebruik de rubberen afdekking terug op zijn plaats.
Noodstand
In geval van een storing vanhet bedieningspaneel (B), zet u de
noodschakelaar (N) in de stand
EMERGENCY OVERRIDE
(Noodontgrendeling).