−
helder
water;
−
regenwater;
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
NL 2
−
water met chloor (van bijvoorbeeld zwem-
baden);
−
water voor industriële of agrarische
doeleinden.
Niet-toegestane toepassingen
De dompel-drukpomp mag niet continu worden
gebruikt. Deze is niet geschikt voor het
transporteren van:
−
drinkwater
−
zout
water;
−
voedingsmiddelen;
−
chemische en corrosieve stoffen;
−
bijtende, brandbare, explosieve of vluchtige
stoffen;
−
vloeistoffen die warmer zijn dan 35°C;
−
water met zand of andere schurende stoffen;
−
afvalwater met stukjes weefsel of papier.
Beschrijving van de pomp
Dompel-drukpomp (figuur A/C)
1 Uitlaatopening
2 Terugslagklep
3 Aansluitsnoer
4 Kabellus
5 Handgreep
6 Kabelklemming
7 Vlotterschakelaar
8 Aanzuigzeef
9 Pompbehuizing
10 Universele aansluitnippel
Werking
De dompel-drukpomp zuigt het transportmedium
via de aanzuigzeef (8) aan en pompt het dan
door de uitlaatopening naar buiten.
Thermische beveiliging
De dompel-drukpomp is voorzien van een
thermische schakelaar die de pomp uitschakelt,
wanneer deze te warm wordt. Na een
afkoelingsperiode van 15 tot 20 minuten schakelt
de pomp weer automatisch in. Gebruik de pomp
uitsluitend wanneer deze ondergedompeld is.
Installatie en ingebruikneming
De pomp beschikt over een terugslagklep
(2) bij de uitlaatopening. Dit zorgt ervoor
dat de drukleiding niet leegloopt, iedere
keer wanneer de pomp stilstaat.
Drukleiding monteren
1. Draai de universele aansluitnippel (10) in de
uitlaatopening van de pomp.
2. Bevestig een slang aan de universele
aansluitnippel.
3.
Bevestig het aansluitsnoer (3) met
kabelbandjes aan de drukleiding.
4. Bevestig een kabel aan de daarvoor
bestemde kabellus (4) om de pomp in
bronnen en putten onder te dompelen.
De universele aansluitnippel kan worden
afgesneden zodat deze past bij de
gekozen slangaansluiting. Men verkrijgt
de hoogste pompcapaciteit wanneer men
een zo groot mogelijke diameter van de
slang gebruikt.
5. Wikkel de snoerhaspel helemaal af.
Zorg ervoor, dat de elektrische
stekerverbindingen zich niet op plaatsen
bevinden waar ze onder water kunnen
raken.
Laat de pomp langzaam in het water
zakken. Zorg ervoor dat de pomp stevig
staat. Plaats de pomp op een geschikte
plaat of hang de pomp aan een kabel,
wanneer de ondergrond modderig of
zanderig is of wanneer er stenen liggen.
Let op een voldoende afstand tot de
bodem.
De pomp mag geen vaste stoffen
aanzuigen. Zand en andere schurende
stoffen in het transportmedium zullen de
pomp vernielen. Let op dat putten groot
genoeg zijn, wanneer de pomp hierin
wordt gebruikt, zie figuur B.
Dek putten zodanig af dat men er niet in
kan vallen.
Wanneer men de pomp opnieuw in
gebruikt neemt, nadat deze uit de put is
gehaald dient men erop te letten, dat de
drukleiding volledig is geleegd, omdat de
pomp anders niet automatisch ontlucht en
er schade aan de pomp kan ontstaan.
Содержание TDS 1001/3
Страница 2: ...BT...
Страница 56: ...DIN VDE 0100 737 738 702 10 10 30 3 1 5 07RN F DIN 57282 57245 3 1 5 380 16 18 001 89 16 AL KO RUS 1...
Страница 57: ...RUS 2 35 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 8 15 20 2 1 10 2 3 3 4 4 5...
Страница 58: ...120 6 B RUS 3 1 170 1 2 3...
Страница 59: ...AL KO RUS 4...
Страница 60: ...UA 1 DIN VDE 0100 737 738 702 10 A 10 30 3 x 1 5 2 H07RN F DIN 57282 57245 16...
Страница 61: ...UA 2 UA 35 C A C 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 8 15 20 2 1 10 2 3 3 4 4 5 B 6...
Страница 62: ...UA 3 17 1 2 3 120 1 2002 96 EG...
Страница 63: ...UA 4 UA AL KO...