AL-KO 112 313, Руководство пользователя

Страница: 17 / 48

NL 2
NL
b) Bowdenkabel rijaandrijving
De bowdenkabel voor de rijaandrijving bevindt
zich in rijrichting rechts van de behuizing.
16 . Draai de zeskantschroef uit de behuizing (in
rijrichting links).
17 . Schroef de bowdenkabeldoorvoer op de
behuizing – let op de positie: De doorvoer
voor de bowdenkabel wijst naar boven.
Steek de bowdenkabel door de doorvoer.
18 .
Steek de bowdenkabel door de doorvoer
aan de kolom.
19 . Steek het gebogen haakje van de
bowdenkabel in het onderste gaatje aan
de buitenkant van de handgreep.
Schroef de voorste moer van de
stelschroef „ a “ af.
Hang de stelschroef in de houder en
schroef de moer weer op.
Zet de stelschroef aan de onderkant van
de behuizing ongeveer in het midden.
c) Bowdenkabel maaibalk
De bowdenkabel voor de maaibalk bevindt zich
in rijrichting links van de behuizing.
20 Draai beide moeren aan de bovenste
stelschroef van de bowdenkabel helemaal
terug.
21
Bowdenkabel onder de behuizing
hangen.
Daarvoor de voorste moer van de
stelschroef afdraaien en van de houder
nemen.
22
Steek de bowdenkabel door de doorvoer
aan de stuurconsole.
23 Steek het gebogen haakje door het gaatje
van de houder en schuif de stelschroef naar
voren tot de houder.
Aan de houder bevindt zich geen inleggleuf!
24 Steek het gebogen haakje in de rode
handgreep.
25 Hang de bowdenkabel weer onder de
behuizing.
Stelschroef ongeveer in het midden
zetten.
i
Zie voor het juist instellen van de
bowdenkabels voor de rijaandrijving en
voor
de maaibalk: „Bowdenkabels
bijstellen“ in de bedieningshandleiding
van het apparaat.
Glijplaat op de maaibalk monteren
In de fabriek is er al een glijplaat op de
maaibalk gemonteerd.
Monteer de tweede glijplaat op de maaibalk.
Maaibalk aan meshouder monteren
Plaats de beschermstrook op de
maaibalk
en draag
veiligheidshandschoenen!
26 Montagemateriaal:
1x Meenemer
4x Zeskantschroef M8 x 20
4x Zeskantborgmoer M8
i
De meenemer voor het monteren licht
invetten.
27 Plaats de maaibalk aan de meshouder in
schroefpositie en zet de meenemer in het
midden op de meshouder (draai daarvoor
het snaarwiel).
28 Til de balkmaaier aan de meshouder op,
zodat de meenemer in het
geleidingselement kan worden geplaatst.
Apparaat weer laten zakken en de stifttap
in de meenemer plaatsen.
29 Schroef de maaibalk aan de meshouder.
30 Zorg voor ca. 1 mm afstand tussen het
begin van de schroefdraad van de stifttap
„
a “ en de meenemer „ b “.
Stel de stifttap zodanig in.
31 Verwijder de schroeven, ringen en moeren
van de meshouder.
32 Leg de bowdenkabel onder de
beschermkap en schroef de beschermkap
vast.