NL-13
4. KOELMIDDELLEIDING
4.3 KOELMIDDELLEIDING
Model
Vloeistofzijde
Gaszijde
Toegestane
buislengte (m)
Max.
hoogteverschil
(m)
Minder
vullen
lengte (m)
Extra toevoer
per meter
(
R32
)
012
Ø 6,35mm
Ø 9,52mm
25
10
5
1
2
g/m
018
Ø 6,35mm
Ø 12,7mm
30
20
5
1
2
g/m
OPMERKING
Als de lengte van de leiding meer bedraagt dan 5m, moet er extra koelmiddel worden bijgevuld, al naar
gelang de N.B. lengte van de leiding.
4.4 LUCHTAFLAAT
Sluit de vulslang die komt vanaf het meervoudige verdeelstuk aan op de servicepoort van de afsluitklep
die zich aan de gaszijde bevindt.
Sluit de vulslang aan op de ingang van de vacuümpomp.
Open de "Lo"-hendel van het meervoudige verdeelstuk volledig.
Activeer de vacuümpomp om het systeem te ontluchten totdat de druk 76cmHg is.
Sluit de "Lo"-hendel van het meervoudige verdeelstuk.
Open de afsluitspindel van de afsluitkleppen volledig.
Verwijder de vulslang uit de servicepoort.
Maak de doppen van de afsluitkleppen stevig vast.
Verdeelventiel
4.5 LEKTEST
Nadat het leidingwerk is afgerond dient u de aansluiting van elke koelmiddelleiding, met behulp van zeepsop
of een lekdetector die speciaal geschikt is voor HFC-koelmiddelen, te controleren en vast te stellen dat er
geen sprake is van een gaslek. Zie onderstaande afbeelding ter illustratie.
A: Lagedrukstopventiel
B: Hogedrukstopventiel
C& D: Trompmoeren binnenunit
Mengmeter Manometer
-76 cmHg
Hendel Lo
Hendel Hi
Toevoerslang
Toevoerslang
Vacuümpomp
Verpakt ventiel
Checkpoint van de binnenunit
Checkpoint van de buitenunit