34
35
FAQ
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Het apparaat start
niet
> Het product is niet correct
aangesloten of de spanning
van het apparaat komt niet
overeen met de netspanning.
> Controleer de netspanning en het
elektriciteitsnet. Steek vervolgens de
stekker opnieuw in het stopcontact.
Vermijd het gebruik van
tafelcontactdozen en multistekkers.
> Er is een probleem met het
elektriciteitsnet van de woning.
> De filter en / of het
achterrooster is niet correct
vastgekoppeld.
> Duw en klik het rooster op de juiste
manier vast.
Het apparaat
werkt minder
goed
> De voorfilter is vuil,
waardoor de luchtstroom
wordt belemmerd.
> Maak de voorfilter schoon
> De luchtinlaat of -uitlaat is
geblokkeerd door iets.
> Laat minstens 50 cm ruimte aan
de achterkant, aan de zijkanten
en voor de unit.
> De luchtkwaliteitssensor is
vuil.
> Raadpleeg de paragraaf
“Onderhoud”.
Abnormaal geluid
> De ventilator is geblokkeerd.
> Controleer of er voorwerpen zijn
die de luchtstroom hinderen of
belemmeren.
> Het product heeft een
werkingsprobleem.
> Ga naar uw verkooppunt voor
serviceondersteuning.
> De filter is vuil.
> Raadpleeg de paragraaf
“Onderhoud/Vervanging filter”.
Er komt geen
lucht uit het
toestel
> De luchtinlaat of -uitlaat is
verstopt.
> Raadpleeg de paragraaf
“Onderhoud” en zorg ervoor
dat er geen voorwerpen de
luchtstroom blokkeren.
De lucht die uit
het apparaat
komt, stinkt
> De filter moet worden
schoongemaakt of
vervangen.
> Raadpleeg de paragraaf
“Onderhoud/Vervanging filter”.
De kleur van de
luchtkwaliteits-
indicator
verandert niet
> De luchtkwaliteitssensor is
vuil.
> Raadpleeg de paragraaf
“Onderhoud”.
> U bevindt zich niet in een
zeer vervuilde omgeving.
> Om naar oranje of rood
te veranderen, moet de
omgevingslucht vervuild zijn.
> De filter moet worden
vervangen als het lampje
rood blijft.
> Raadpleeg de paragraaf
“Onderhoud”.
• Zorg dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd
voordat u het aanraakt.
• Dompel het apparaat niet onder in water of een andere vloeistof.
• Gebruik geen bijtende, schurende of ontvlambare producten om het apparaat te reinigen.
• De deeltjesfilter is niet wasbaar en moet worden vervangen.
DE STOFFEN VOORFILTER SCHOONMAKEN
De verwijderbare voorfilter van stof houdt grove stofdeeltjes, dierenhaar en huidschilfers tegen.
Deze moet om de 15 dagen schoongemaakt worden om de maximale doeltreffendheid van
de luchtreiniger te garanderen. U kan de filter schoonmaken met een stofzuiger met een
zachte borstel en u kan deze ook in de wasmachine reinigen, met het programma “delicate
was”.
Let op: Strijk de voorfilter niet met een strijkijzer. Plaats nooit een voorfilter die nog nat is op het
apparaat. Enkel de voorfilter is herbruikbaar en kan met water worden gereinigd.
IN- EN UITGANG VAN LUCHT UIT HET APPARAAT
De lucht wordt aan de achterkant van het apparaat aangezogen en komt aan de bovenkant
naar buiten. Gebruik een zachte doek om stof uit de luchtinlaten en -uitlaten te verwijderen.
VERVANGING VAN DE FILTER
Dankzij de OptiFilter
TM
-technologie gaat een waarschuwingslampje branden wanneer de filter
moet vervangen worden (gemiddeld om de 6 tot 12 maanden). Om de filter te vervangen:
1
Zorg ervoor dat het apparaat is losgekoppeld, verwijder vervolgens de voorfilter uit het
apparaat en maak het achterrooster los.
2
Trek voorzichtig aan de twee lipjes van de gebruikte filter om hem uit het apparaat te
verwijderen.
3
Plaats de gebruikte filter direct in een afgesloten zak en gooi deze snel weg om de
verontreinigende stoffen niet te verspreiden.
4
Plaats voorzichtig de nieuwe filter met beide lipjes naar u toe.
5
Plaats het achterrooster en de voorfilter terug.
6
Sluit het apparaat opnieuw aan en start het opnieuw op.
7
Houd de [ Filter ]-knop 3 seconden ingedrukt om het meetsysteem voor filterslijtage te
resetten.
Vermijd dat gebruikte filters gehanteerd worden door mensen met astma of allergieën.
Vergeet niet om uw handen te wassen na het hanteren van een gebruikte filter.
REINIGING VAN DE LUCHTKWALITEITSENSOR
De deeltjessensor dient u regelmatig te ontstoffen: ongeveer elke 2 maanden, afhankelijk van
de gebruiksfrequentie van het apparaat en de omgeving waarin het is geplaatst. Gebruik
hiervoor een stofzuiger om eventueel stof op te vangen.
Let op: gebruik geen schoonmaakmiddelen, bijtende stoffen of metalen voorwerpen om
de sensor te reinigen. De efficiëntie van de sensor zal waarschijnlijk afnemen als deze niet
regelmatig wordt schoongemaakt.
OPBERGING VAN HET APPARAAT
Als u uw luchtreiniger niet gebruikt, kunt u deze op een schone plaats opbergen, weg van
vocht en warmte.
ONDERHOUD EN VERVANGING VAN DE FILTER (ZIE PAGINA 3)