Nederlands
13
NDR_IM_new
29.05.17
11 LCD-scherm
12
BT
Indicatielampje (Bluetooth)
13
+
VOL
–
regelaar
14 USB aansluiting
15 AUX-IN aansluiting
16 Hoofdtelefoonverbinding
Achteraanzicht
(geen afbeelding)
DC 14 V
aansluiting
DAB / FM Draadantenne
Afstandsbediening
1 INFO toets (informatie weergeven)
2 FUNC toets (functiestand)
3
toets (afspelen/pauze)
4 toets (stop)
5 SCAN toets (begin met het scannen van zenders)
6 ENTER toets (bevestigen)
7 VOLUME
+
/
–
toetsen (volume)
8 PLAY MODE / PRE / MEM toets (afspeelstand / opgesla-
gen radiozenders kiezen / opslaan)
9
+
10 /
–
10 toetsen
10 TUNING /
toets (radiozender zoeken naar bene-
den/vorige track)
TUNING /
toets (radiozender zoeken naar boven/
volgende track)
11 MUTE toets (dempen)
Installatie
• Bepaald een geschikte plek voor het apparaat. De onder-
grond waarop u het apparaat plaatst dient droog, vlak en
niet glad te zijn, voor een gemakkelijke bediening.
• Zorg dat het apparaat voldoende geventileerd wordt!
• Gevoelige oppervlakken, zoals het scherm, kunnen door
plastic folie worden beschermd. Verwijder deze folie.
Voeding (Adaptor)
1. Zorg dat de spanning in overeenstemming is met die op
het indicatieplaatje.
2. Steek de netstekker in een goed geïnstalleerd stopcon-
tact met drie gaten en een stroomvoorziening van. Sluit
de apparaatstekker aan op de DC 14 V-ingang van het
apparaat.
LET OP:
• Gebruik de meegeleverde stroomadapter uitsluitend
voor dit apparaat. Gebruik het niet voor andere
apparatuur.
• Gebruik alleen een stroomadapter met 14 V (
),
andere adapters kunnen het apparaat beschadigen.
OPMERKING:
Haal de stekker uit het stopcontact wanneer voor langere
tijd niet gebruikt.
Afstandsbediening
OPMERKING:
De lithium knoopcel in het batterijencompartiment van
de afstandsbediening is beschermd voor het transport
met folie. Hierdoor wordt de levensduur van de batterij
verlengd. Verwijder de folie voor ingebruikname voor het
bedienen van de afstandsbediening.
Geschikt voor draadloze werking voor een afstand tot
maximaal 5 meter. Zorg tijdens de werking voor een vrije
lijn tussen de afstandsbediening en de sensor (10) op het
apparaat. Als het bereik afneemt, dient de batterij te worden
vervangen. Vervang de batterij als volgt:
1. Open het batterijencompartiment.
2. Vervang de knoopcel met een batterij van hetzelfde type
(CR 2032). Let hierbij op de correcte polariteit.
3. Sluit het batterijencompartiment.
WAARSCHUWING:
• Stel batterijen niet bloot aan intense hitte, zoals
zonlicht, brand of iets dergelijks. Er bestaat
explosie-
gevaar!
• Houd batterijen buiten het bereik van kinderen! Batte-
rijen zijn geen speelgoed.
• De batterijen niet met kracht openen.
• Vermijd contact met metalen objecten (ringen, spijkers,
schroeven, enz.). Er bestaat een risico op
kortsluiting
!
• Batterijen kunnen aanzienlijk opwarmen door kortslui-
ting, of kunnen zelfs ontbranden. Dit kan leiden tot
brandwonden.
• De aansluitklemmen van de batterij dienen tijdens het
transport met plakband te worden afgedekt voor uw
eigen veiligheid.
• Batterijen kunnen gaan lekken en accuzuur verliezen.
Als het apparaat voor een langere periode niet wordt
gebruikt, dienen de batterijen te worden verwijderd uit
de afstandsbediening.
• Als een batterij heeft gelekt, dient de vrijgekomen
vloeistof niet in contact te komen met de ogen of
slijmvliezen . In het geval van contact dienen de handen
te worden gewassen en dienen de ogen grondig met
schoon water te worden gespoeld. Als de symptomen
blijven aanhouden, dient een arts te worden geraad-
pleegd.
LET OP:
• Batterijen kunnen gaan lekken en accuzuur verliezen.
Als het apparaat voor een langere periode niet wordt
gebruikt, dienen de batterijen te worden verwijderd uit
de afstandsbediening.
• Batterijen dienen niet weggegooid te worden met het
normale huisafval. Breng lege batterijen naar de hier-
voor bedoelde inzamelingspunten of naar de verkoper.