Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De deur is te vaak geo-
pend.
Laat de deur niet langer
dan nodig openstaan.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen
tot kamertemperatuur
voordat u het opbergt.
De omgevingstempera-
tuur is te hoog.
Verlaag de omgevingstem-
peratuur.
De functie FROSTMATIC
is ingeschakeld.
Raadpleeg "FROSTMA-
TICfunctie"
De temperatuur in
de vriezer is te laag.
De thermostaatknop is
niet goed ingesteld.
Stel een hogere tempera-
tuur in.
De functie FROSTMATIC
is ingeschakeld.
Raadpleeg "FROSTMA-
TICfunctie"
De temperatuur in
de vriezer is te
hoog.
De thermostaatknop is
niet goed ingesteld.
Stel een lagere tempera-
tuur in.
De deur is niet goed ge-
sloten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
product is te hoog.
Laat het product afkoelen
tot kamertemperatuur
voordat u het opbergt.
Er zijn veel producten te-
gelijk opgeborgen.
Berg minder producten te-
gelijk op.
Producten zijn te dicht op
elkaar geplaatst.
Berg de producten zo op
dat er een koude luchtcir-
culatie is.
Er wordt een vier-
kantje boven- of on-
derin het tempera-
tuurdisplay weerge-
geven.
Er is een fout opgetreden
in de temperatuurmeting.
Neem contact op met de
klantenservice (het koelsys-
teem blijft werken om uw
levensmiddelen koud te
houden, maar de tempera-
tuur kan niet aangepast
worden).
dEMo verschijnt op
het display.
Het apparaat staat in de
demonstratiestand (dE-
Mo).
Houd de knop OK onge-
veer 10 seconden inge-
drukt tot er een lang
zoemgeluid klinkt en het
display even uit gaat: het
apparaat gaat weer wer-
ken.
6.1
De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad-
pleeg "Montage".
NEDERLANDS
11