85
AZWG10000
9.2 Aansluiting
De aanduidingen van de aansluitingen in de onderstaande tabel hebben betrekking
op de schroefklemmen op de hoofdprint van de GSM interface.
OPMERKING:
Zorg er voor dat de stroomvoorziening en de accu vóór het aansluiten zijn
losgekoppeld!
Aansluiting
Beschrijving
INPUT
Ingangen
Sluit hier de verschillende ingangen met de stuurlijnen resp.
contacten aan.
Het stuursignaal wordt bepaald door jumper J15 (zie ook "6.
Aanduiding van de componenten").
NR (fabrieksinstelling) = negatief stuursignaal (0V/COM)
Hierbij kan worden gekozen tussen NC, contact "normaal
gesloten" of NO, contact "normaal open".
1
2
3
4
INPUT
COM
NO
1
2
3
4
COM
NC
INPUT
PR = Positief stuursignaal (12V/AUX)
Hierbij kan worden gekozen tussen NC, contact "normaal
gesloten" of NO, contact "normaal open".
1
2
3
4
INPUT
AUX
NO
1
2
3
4
INPUT
AUX
NC
OPMERKING:
Let er op dat de aansluiting overeen moet komen met de
programmering van de aansturing!
COM
0 V (massa)
TMP Sabotagecontact
Herkenning en melding van sabotage door deksel- en
wandcontact.
COM
TMP
NC
UO1
Relaisuitgang (maximaal 3 A)
NC: contact "normaal gesloten"
C: middencontact voor NC en NO
NO: contact "normaal open"
Aansluitvoorbeeld bij gebruik van de interne AUX of COM.