28
4. De uitbreidingsmodule geeft een dubbel signaal af als
de draadloze component met succes werd ingelezen.
Bij ingelezen melders wordt nu links de signaalsterkte
(max. 9) en rechts het kanaalnummer weergegeven.
Het kanaal wordt automatisch toegewezen. Een ingele-
zen afstandsbediening geeft het nummer van de in-
gelezen componenten weer door de weergave "t 2",
afwisselend met de signaalsterkte.
Opmerking:
Kan de draadloze component niet worden
ingelezen, dan geeft de uitbreidingsmodule een enkel
signaal af.
5. Herhaal de stappen 2-4 voor het inlezen van andere
draadloze componenten. Let erop dat er nog eens max.
8 draadloze afstandsbedieningen ingelezen kunnen
worden.
6.2
Toewijzen van melders
1. Zet de uitbreidingsmodule in de leermodus.
2.
Druk zo lang op de toets “SELECT” tot het gewenste
zonenummer wordt weergegeven.
Knippert de weergave, dan is de zone vrij. Is de weer-
gave continu, dan is de zone bezet.
3. Voer nu de stappen 2-4 zoals in de para
graaf “Inlezen
van draadloze componenten” uit.
6.3
Wissen van draadloze melders
1. Zet de uitbreidingsmodule in de leermodus.
2.
Druk zo lang op de toets “SELECT” tot het gewenste
zonenummer wordt weergegeven.
3.
Druk ca. 4 seconden op de toets “DELETE”. Er klinkt
een dubbel signaal en op het display verschijnt "--".
Dan is de melder gewist.
6.4
Wissen van overige componenten
Deze componenten kunnen niet afzonderlijk worden gewist. Om
een component te wissen, moeten alle draadloze afstandsbedi-
eningen worden gewist en moeten de nog bestaande weer
worden ingelezen.
7. Gebruikstips
De draadloze uitbreidingsmodule is in staat verschillende fouten
en storingen van de draadloze melders te detecteren en aan de
centrale door te geven.
Opmerking:
Deze functies gelden niet voor afstandsbedienin-
gen en overvaldetectoren.