ABIMIG
®
A / A T / W / W T / MT
1 Identificatie
NL
-
131
Inhoudsopgave
1
Identificatie
NL
-
131
1.1
Markering
NL
-
131
2
Veiligheid
NL
-
131
2.1
Beoogd gebruik
NL
-
131
2.2
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
NL
-
131
2.3
Veiligheidsaanwijzingen voor elektrische apparatuur
NL
-
131
2.4
Veiligheidsaanwijzingen voor lassen
NL
-
132
2.5
Veiligheidsaanwijzingen voor beschermende kleding
NL
-
132
2.6
Veiligheidsaanwijzingen voor gebruik
NL
-
132
2.7
Classificatie waarschuwingen
NL
-
132
2.8
Handelwijze bij noodgeval
NL
-
132
3
Productbeschrijving
NL
-
132
3.1
Technische gegevens
NL
-
132
3.2
Gebruikte afbeeldingen
NL
-
133
4
Inbedrijfstelling
NL
-
134
4.1
Draadgeleiding kiezen en monteren
NL
-
134
4.1.1
Geleidingsspiraal inkorten en monteren
NL
-
134
4.1.2
Kunststofgeleider monteren en inkorten
NL
-
135
4.1.3
Zwanenhalsspiraal, afb. 1–7
NL
-
135
4.2
Lastoorts op montage van slangenpakket voorbereiden
NL
-
135
4.3
Lastoorts uitrusten
NL
-
135
4.4
Bikox
®
/slangenpakket aansluiten, afb. 1
NL
-
135
4.5
Koelmiddelslangen aansluiten
NL
-
135
4.6
Koelmiddelcircuit ontluchten, afb. 2
NL
-
136
4.7
Restkoelmiddel bijABIMIG
®
W T-lastoortsen, afb. 3
NL
-
136
4.8
Beschermgas instellen
NL
-
136
4.9
Draad opvoeren
NL
-
136
5
Gebruik
NL
-
136
5.1
Bedieningselementen handgreep
NL
-
136
5.2
Lassen
NL
-
136
5.3
Handgreepmodule (uitsluitend voor ABIMIG
®
A + W)
NL
-
137
6
Buitenbedrijfstelling
NL
-
137
7
Onderhoud en reiniging
NL
-
137
7.1
Jaarlijks onderhoud door een elektrotechnicus
NL
-
137
7.2
Slijtonderdelen vervangen, afb. 5 / afb. 6
NL
-
138
7.3
Slangenpakket reinigen
NL
-
138
8
Eliminatie
NL
-
138
9
Garantie
NL
-
138
1 Identificatie
De MIG/MAG-lastoortsen van de serie ABIMIG
®
worden gebruikt om laag-
en hooggelegeerde materialen te lassen. De lastoortsen voldoen aan
EN 60974
-
7 en zijn geen autonoom werkende apparaten.
In deze documentatie
worden alleen de lastoortsen beschreven
ABIMIG
®
A / A T / W / W T / MT.
1.1
Markering
Het product voldoet aan de geldende vereisten van de betreffende markt met
betrekking tot het in omloop brengen.
Voor zover hiervoor een bijpassende markering vereist is, is deze op het
product aangebracht.
2 Veiligheid
Dit hoofdstuk bevat productspecifieke fundamentele veiligheidsaanwijzingen
en waarschuwingen voor de restrisico’s die in acht moeten worden genomen
om het product veilig te kunnen bedienen.
Het niet in acht nemen van deze veiligheidsaanwijzingen kan tot gevaar voor
het leven en de gezondheid van personen, milieuschade of materiële schade
leiden.
2.1
Beoogd gebruik
Het apparaat dat in deze gebruiksaanwijzing is beschreven, mag uitsluitend
worden gebruikt voor het in deze gebruiksaanwijzing vermelde doel en op
de manier die hier is beschreven. Neem daarbij de voorwaarden voor
gebruik, onderhoud en reparatie in acht.
Elk ander gebruik geldt als niet-beoogd.
Ombouw op eigen initiatief of wijzigingen ten behoeve van een groter
vermogen zijn niet toegestaan.
► Overschrijd nooit de in de documentatie aangegeven maximale
belastingswaarden. Overbelasting leidt tot onherstelbare schade.
► Voer geen constructieve wijzigingen aan het product uit.
► Gebruik bij toepassing in de buitenlucht geschikte bescherming tegen
weersinvloeden.
2.2
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
Het product is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de stand van de techniek
en de erkende veiligheidstechnische normen en richtlijnen. Het product
brengt constructief niet-vermijdbare restrisico’s met zich mee voor gebruikers,
derden, apparaten of andere waardevolle goederen. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen
van de documentatie.
► Lees vóór het eerste gebruik de documentatie zorgvuldig door en volg
deze op.
► Gebruik het product alleen als het in onberispelijke toestand is en met
inachtneming van alle documentatie.
► Lees de documentatie voor specifieke werkzaamheden, bijvoorbeeld
inbedrijfstelling, gebruik, transport en onderhoud grondig door en volg
deze op.
► Bescherm uzelf en anderen met geschikte middelen tegen de gevaren
die in de documentatie worden beschreven.
► Houd de documentatie bij het apparaat als naslagwerk bij de hand en
geef de documentatie mee als u het product verkoopt.
► Houd de documentatie van de verdere lastechnische componenten aan.
► Raadpleeg voor het gebruik van gasflessen de aanwijzingen van
de gasfabrikant en de toepasselijke lokale regelgeving, bijvoorbeeld de
drukgasverordening.
► Neem de lokale arbowetgeving in acht.
► Laat de inbedrijfstelling, de bediening en het onderhoud van het
apparaat uitsluitend uitvoeren door vakmensen. Vakmensen zijn
personen die op basis van hun beroepsopleiding, ervaring en kennis
van de relevante normen hun toegewezen werkzaamheden kunnen
beoordelen en mogelijke gevaren kunnen herkennen.
► Zorg voor een goede verlichting van het werkgebied en houd het
werkgebied proper.
► Schakel gedurende de totale duur van de onderhouds-, service- en
reparatiewerkzaamheden de lasstroombron uit, sluit de gas- en
persluchttoevoer af en koppel de stekker los.
► Houd u bij afvoeren van het apparaat aan de plaatselijke bepalingen,
wetten, voorschriften, normen en richtlijnen.
2.3
Veiligheidsaanwijzingen voor elektrische apparatuur
► Controleer elektrische gereedschappen op eventuele beschadigingen
en op hun foutloze en functiegerichte werking.
► Stel elektrische gereedschappen niet bloot aan regen en vermijd een
vochtige of natte omgeving.
► Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door isolerende onderlagen
te gebruiken en droge kleding te dragen.
► Gebruik de elektrische gereedschappen niet in zones, waar brand- of
ontploffingsgevaar bestaat.