54 NL – Beknopte installatiegids
EN
DA
DE
ES
FI
FR
IT
NL
NL
PT
RU
SV
TR
ZH
5. Meet dat er geen spanning op de installatie staat.
•
Gebruik een multimeter met een impedantie van minstens 1 Mohm.
•
Controleer dat de spanning tussen de voedingsklemmen van de omvormermodule
(L1/U1, L2/V1, L3/W1) en de aardings- (PE) rail dicht bij 0 V ligt.
•
Controleer dat de spanning tussen de UDC+ en UDC- klemmen van de
omvormermodule en de aardings (PE) rail dicht bij 0 V ligt.
6. Installeer tijdelijke aarding zoals vereist volgens plaatselijke regelgeving.
7. Vraag de persoon die de leiding heeft over de elektrische installatiewerkzaamheden
om schriftelijke toestemming om te werken.
Kies de vermogenskabels
Dimensioneer de vermogenskabels volgens de plaatselijke regelgeving om de nominale
stroom te voeren die gegeven is op het typeplaatje van uw omvormer.
Zorg voor de koeling
Zie de tabel op pagina
voor de verliezen en de koelluchtstroom door de omvormer. Het
toegestane bedrijfstemperatuurbereik van de omvormer zonder derating is -15 tot +40 °C.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de hardwarehandleiding.
Beveilig de omvormer en de voedingskabels
op pagina
voor de aR-zekeringen ter beveiliging tegen kortsluiting in
de voedingskabel of omvormer.
Installeer de omvormermodule in een kast
Zie afbeelding
op pagina
•
Installeer de geperforeerde sectie aan de achterkant van het kastframe.
•
Installeer de steunrails en geleidingsplaat voor het voetstuk aan het onderframe van
de kast.
•
Installeer de telescopische invoer-/uitvoerplaat voor de voetstukgeleidingsplaat.
Optie +B051: Zie afbeelding
op pagina
•
Verwijder de folie van de doorzichtige kunststof afdekkingen van beide kanten.
Zie afbeelding
:
•
Installeer de bevestigingsbeugel op de omvormermodule.
•
Optie +B051:
•
Installeer het onderste rooster op de omvormermodule als er geen bodemplaat in
de kast zit en een beschermingsgraad IP20 nodig is vanaf de onderkant van de
omvormermodule.
•
Monteer de bovenste metalen afdekking op de omvormermodule.
•
Monteer de afdekkingen aan de achterkant op de omvormermodule.
Zie afbeelding
op pagina
•
Om te voorkomen dat de omvormermodule omvalt, bevestigt u de hijsogen ervan met
kettingen aan het kastframe.
•
Duw de omvormermodule in de kast langs de telescopische invoer-/uitvoerplaat.
•
Verwijder de hellingplaat.