GEBRUIK
BEDIENINGSPANEEL
A
ON/OFF-knop
B
Timer-knop
C
INSTELKNOP
Steek de stekker
7
in het stopcontact.
Druk op de
ON/OFF-knop om het apparaat in te schakelen. Het lampje “ROOM
HUMIDITY”, het lampje “SET HUMIDITY” en het lampje “
ON/OFF” gaan nu
branden.
Stel de gewenste vochtigheid in door indrukken van de “
- INSTELKNOP”.
Het apparaat begint te bevochtigen zodra het wordt ingeschakeld. Als het waterreservoir
leeg raakt, klinkt een zoemer en begint het lampje “empty
” te knipperen.
Druk nogmaals op de
ON/OFF-knop om het apparaat uit te schakelen. Het duurt
ongeveer 1 minuut voordat het apparaat wordt uitgeschakeld, omdat het eerst moet
afkoelen. Schakel het apparaat nooit uit door de stekker uit het stopcontact te
trekken!
G
LET OP:
• Als de omgevingstemperatuur laag is, wordt er minder vochtige lucht
geproduceerd.
• Controleer vóór gebruik of er nog voldoende water in het reservoir zit.
Schakel het apparaat altijd uit voordat u het waterreservoir vult.
• Als u het apparaat niet gebruikt, verwijder dan al het water uit het apparaat
en uit het waterreservoir.
4
G
LET OP:
• Als de “ROOM HUMIDITY” hoger is dan de “SET HUMIDITY” zal het apparaat
niet in werking treden.
• Als u de instelling “continuous mode ” gebruikt, werkt het apparaat in de
hoge bevochtigingsmodus (60%).
3
2
1
1
66
B
C
A