12 - NL
■
Laagstand ‘s nachts en in geval van
afwezigheid (Stand 1).
13. Onderhoud gebruiker
De gebruiker dient er op toe te zien dat de
ventilator om de 3 jaar wordt gecontro-
leerd door de installateur en, indien nodig
gereinigd.
Reinigen ventilatieventielen
Reinig de ventilatieventielen met water en
zeep. Neem hiervoor de ventielen uit het
kanaalsysteem.
Zorg dat de ventielen niet onder-
ling worden verwisseld en dat de
instellingen niet worden gewij-
zigd.
14. Onderhoud voor de
installateur
Het onderhoud dient te geschieden met
elektrisch afgeschakelde motor en met de
steker uit de contactdoos.
1
2
3
4
5
7
8
6
9
fig. 4
Reinigen ventilator
Demonteer het deksel en het ventilator-
deel volgens de hierna genoemde proce-
dures. Reinig de ventilator met water en
zeep.
Voorkom dat er water of zeep in
de motor komt. Voorkom onba-
lans; zorg dat al het vuil is verwij-
derd.
Deksel (pos. 2)
Onder het deksel bevinden zich het type-
plaatje, het ventilatordeel en de aanstu-
ring van de motor.
Demontage:
Draai de inbusbout M5 (pos. 1) los en
neem de luchtkap en het deksel van de
ventilator af.
Montage:
Zorg dat de delen onder het deksel goed
zijn gemonteerd en niet boven de rand
uitsteken. Plaats de deksel en de luchtkap
en draai de inbusbout M5 (pos. 1) weer
vast.
Controleer of het deksel goed
vast zit.
Condensatorblok (pos. 8) (wissel-
stroom)
Demontage:
Druk met een schroevendraaier een
klikverbinding aan één kant van het con-
densatorblok opzij en trek tegelijkertijd
het blok omhoog. Neem het blok uit het
ventilatordeel en koppel de aansluitingen
los.