85
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
elektrisch toestel / machine werden meegeleverd.
Niet-naleving ervan kan tot elektrocutie, brand of ernstige letsels leiden.
Bewaar zorgvuldig alle waarschuwingen en instructies voor toekomstig gebruik.
Het begrip „elektrotoestel / machine gebruikt in de waarschuwingen verwijst naar alle toestellen / machines elektrisch aangedre-
ven, zowel draad als draadloze toestellen.
Veiligheid op de werkplek
De werkplek dient goed belicht en proper te zijn.
Wanorde en een slechte belichting kunnen ongevallen veroorzaken.
Het is verboden om met elektrotoestellen / machines in een omgeving van vergrote ontplo
ffi
ngsgevaar met brandbare
vloeisto
ff
en, gassen of dampen te werken.
Elektrotoestellen
/ machines
generen vonken en kunnen stof of dampen ontsteken.
Laat kinderen en omstanders op de werkplaats niet toe.
Concentratieverlies kan tot verlies van controle leiden.
Elektrische veiligheid
De stekker van de voedingskabel moet in de netwerkdoos passen. Het is verboden om de stekker op een om het even
welke wijze de modi
fi
ëren. Het is verboden om stekkeradapters met geaarde elektrotoestellen / machines te gebruiken.
Een niet-gemodi
fi
eerde stekker verkleint het risico op elektrocutie.
Vermijd contact met geaarde oppervlakken zoals buizen, verwarmingstoestellen of koelkasten.
Aarding van het lichaam
vergroot het risico op elektrocutie.
Stel elektrotoestellen / machines niet bloot aan atmosferische neerslag of vocht.
Water
en vocht die binnen het elektrotoestel / machine raakt, vergroot het risico op elektrocutie.
Overbelast de voedingskabel niet. Gebruik de voedingskabel niet om de stekker van de voedingskabel te dragen, te
trekken of de stekker uit de netwerkdoos te ontkoppelen. Vermijd contact van de voedingskabel met warmte, oliën,
scherpe randen of bewegende delen.
Beschadiging of verstrengeling van de voedingskabel vergroot het risico op elektrocutie.
In geval van uitvoering van de werkzaamheden buiten de gesloten ruimte dienen verlengsnoeren bestemd voor werking
buiten gesloten ruimtes te worden gebruikt.
Gebruik van een verlengsnoer die aangepast is voor buitenwerking verkleint het
risico op elektrocutie.
In geval wanneer het gebruik van het elektrotoestel / machine in een vochtig milieu niet kan worden vermeden, dient een
aardlekschakelaar (RCD) te worden gebruikt als bescherming tegen de voedingsspanning.
Gebruik van RCD verkleint het
risico op elektrocutie.
Persoonlijke veiligheid
Blijf alert, wees bewust wat er wordt verricht en gebruik gezond verstand tijdens de werking met een elektrotoestel /
machine. Gebruik het elektrotoestel / machine niet bij vermoeidheid of onder invloed van drugs of geneesmiddelen.
Zelfs een moment van onoplettendheid kan tot ernstige persoonlijke letsels leiden.
Gebruik persoonslijke beschermingsmidddelen
. Draag altijd een veiligheidsbril.
Gebruik van persoonlijke beschemringsmid-
delen zoals antistofmaskers, anti-slip veiligheidsschoenen, helmen en oorbeschermers verkleint het risico op ernstige letsels.
Zorg ervoor dat het toestel niet toevallig wordt ingeschakeld. Controleer of de elektrische schakelaar in positie „uit-
geschakeld” staat alvorens de voeding en/of de accu aan te sluiten of het elektrotoestel / machine op te he
ff
en of te
verplaatsen.
Verplaatsen van het elektrotoestel / machine met de vinger op de schakelaar of het aansluiten van het elektrotoestel
/ machine wanneer de schakelaar zich in positie „ingeschakeld” bevindt, kan tot ernstige letsels leiden.
Alvorens het elektrotoestel / machine uit te schakelen, verwijder alle sleutels en andere instrumenten die gebruikt wer-
den voor de afstelling.
Een achtergelaten sleutel op roterende onderdelen van het elektrotoestel / machine kan ernstige letsels
veroorzaken.
Reik niet en hel niet te ver over. Neem een stabiele houding gedurende de uitvoering van de werkzaamheden
aan.
Dit zal een betere controle over het elektrotoestel / machine mogelijk maken tijdens onverwachte situaties.
Draag gepaste kledij. Gebruik geen losse kledij en draag geen juwelen. Houd het haar en de kledij ver van bewegende
onderdelen van het elektrotoestel / machine.
Losse kledij, juwelen of lang haar kunnen worden vastgegrepen door de bewe-
gende onderdelen.
Indien de toestellen aangepast zijn tot het aansluiten van stofafzuiging-of ophoping, controleer of ze correct aangesloten
en gebruikt werden.
Gebruik van stofafzuiging verkleint het risico op stofgerelateerde gevaren.
Zorg ervoor dat de verworven ervaring van veelvuldig gebruik van het elektrotoestel / machine er niet toe zal leiden dat
de veiligheidsvoorschriften roekeloos worden genegeerd.
Roekeloze handelingen kunnen in een fractie van een seconde
ernstige letsels veroorzaken.
Gebruik en zorg voor het elektrotoestel / machine
Overbelast elektrotoestel / machine niet. Gebruik het elektrotoestel / machine bestemd voor de gekozen toepassing.
Een geschikt elektrotoestel / machine zal een betere en veilige werking garanderen indien het gebruikt voor de ontwikkelde
belasting wordt.
Gebruik het elektrotoestel / machine niet indien de elektrische schakelaar het in- en uitschakelen niet mogelijk maakt.
Het
elektrotoestel / machine dat niet controleerbaar is met behulp van de netwerkschakelaar is gevaarlijk en dient door de technische
dienst te worden hersteld.
Ontkoppel de stekker van de voedingskabel van de netwerkdoos en/of demonteer de accu,
indien hij van het elektrotoestel / machine kan worden ontkoppeld alvorens het elektrotoestel / machine af te stellen,
Summary of Contents for YT-82924
Page 24: ...24 RU residual current device RCD...
Page 25: ...25 RU II...
Page 26: ...26 RU III O I 00 IV 20 2000 30 O...
Page 27: ...27 RU Li Ion 500 0 30 50 70 II V...
Page 28: ...28 RU E1 E3 E4 E5 30 6 E7 8 9 0 3 VI 0 3...
Page 30: ...30 UA residual current device RCD...
Page 31: ...31 UA II III O...
Page 32: ...32 UA I 00 IV 20 2000 30 O...
Page 33: ...33 A P T A R N A V I M O I N S T R U K C I J A LT 500 0 30 50 70 II V E1 E3 E4...
Page 34: ...34 A P T A R N A V I M O I N S T R U K C I J A LT 5 30 E6 7 E8 E9 0 3 VI 0 3...
Page 91: ...91 GR RCD RCD...
Page 92: ...92 GR II...
Page 93: ...93 GR III O 00 IV 20 2000 30 O...
Page 94: ...94 GR Li Ion 500 0 30 50 70 LED LED V LED...
Page 95: ...95 GR LED LED LED E1 E3 E4 E5 30 6 7 8 E9 0 3 MPa V 0 3 MPa...
Page 97: ...97 BG RCD RCD...
Page 98: ...98 BG 130O C...
Page 99: ...99 BG II III I 00 IV 20 2000 30 O...
Page 100: ...100 BG Li Ion 500 0 30 50 70...
Page 101: ...101 BG II V E1 E3 E4 E5 30 E6 E7 E8 E9 0 3 MPa VI...
Page 102: ...102 BG 0 3 MPa...