79
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
NL
betre
ff
ende het vervoer van gevaarlijke materialen dient ook te worden nageleefd.
Opladen van de accu
Ontkoppel de accu van het toestel terwijl beide knoppen van de accuvergrendeling tegelijkertijd worden ingedrukt.
Plaats de stekker van de lader in de accu (II).
Steek de stekker van de lader in het stopcontact van de stroomvoorziening.
Een rode diode, dat het laden aangeeft, begint te branden.
Nadat de accu is opgeladen zal de rode diode uitgaan en een groene diode die aangeeft dat de accu is opgeladen, zal branden.
Trek de stekker van de voeding uit het stopcontact van de stroomvoorziening.
Ontkoppel de stekker van de lader van de accu.
GEBRUIKSAANWIJZING
OPGELET!
Monteer de uitrusting enkel wanneer de stroomspanning is uitgeschakeld.
Ontkoppel de accu van het toestel!
Werken met slagdopsleutels
Alvorens de schroef of de moer met de dopsleutel in te draaien, breng de schroef of de moer met de hand op de schroefdraad
aan (ten minste twee keer draaien).
Controleer of de juiste dopsleutel voor het in- of uitgedraaide element werd gekozen. Een slechte keuze van de grootte kan zowel
de sleutel als de schroef of de moer beschadigen.
In- en uitdraaien
Installeer op de meeneemplaat de juiste dopsleutel (III).
Kies de juiste toerentalrichting door het indrukken van de schakelaar (IV). De pijl op de schakelaar geeft de richting van de lineaire
beweging van de moer of schroef tijdens het werk aan.
Sluit de accu in het apparaat aan.
Neem het apparaat met beide handen vast (V).
Plaats de sleutel op de moer of de schroefkop.
Druk op de schakelaar en houd hem vast. Het drukken op de schakelaar laat de afstelling van het toerental van de sleutel toe.
Hoe groter de druk op de schakelaar, hoe groter het toerental van de sleutel.
In geval van het indraaien, na het bereiken van het maximale toerental, zal de overbelastingskoppeling in werking treden en de
meeneemplaataandrijving zal worden uitgeschakeld. Laat dan de schakelaar los en wacht totdat de motortoeren stilvallen.
In geval van uitdraaien, controleer of het moment waarop de moer werd ingedraaid het maximale toerental van de sleutel niet
overschrijdt. In dit geval zal de overbelastingskoppeling ook in werking treden en kan het zijn dat het uitdraaien van de moer niet
mogelijk is.
Laat de schakelaar na het uitdraaien los en wacht totdat de motortoeren stilvallen.
Na beëindiging van de werkzaamheden ontkoppel het toestel van de stroomvoorziening en voer het onderhoud van het toestel uit.
Bedieningspaneel (VI)
De tool maakt elektronische bediening mogelijk met behulp van knoppen en LED’s. Afhankelijk van de draairichting zijn verschil-
lende functies beschikbaar. Bij het instellen van de draairichting van de bestuurder met de klok mee, is het mogelijk om langzame
en snelle omwentelingen in te stellen, en dus het overeenkomstige kleinere en grotere rotatie-element. Elke knop moet worden
ingedrukt terwijl alle LED’s op het bedieningspaneel branden. Als het indrukken van de knop aan de linkerkant ervoor zorgt dat
twee rode LED’s in de bovenste rij oplichten, resulteert dit in een snellere rotatie en een hogere koppelinstelling. De verlichting
van één rode diode betekent langzamere rotatie en lagere rotatiesnelheid. Bij het tegen de klok in draaien van de bestuurder is het
mogelijk om de sleutel in intermitterend of continu bedrijf te zetten. Als het indrukken van de knop aan de rechterkant ervoor zorgt
dat twee rode en een groene LED oplichten, betekent dit dat de sleutel in de modus Onderbroken werking is ingesteld. Wanneer
twee rode LED’s oplichten, werkt de sleutel continu.
Onderbroken werking is bedoeld voor het losdraaien van moeren of bouten. In deze modus resulteert het indrukken van de scha-
kelaar alleen in een korte start van de rotatie van de bestuurder. Laat daarna de druk op de schakelaar los en druk er nogmaals
op om de rotatie van de bestuurder te starten.
De onderste rij LED’s geeft het laadniveau van de batterij aan. Hoe meer LED’s branden, hoe hoger de batterijlading.
Gebruiksaanwijzing
Het toerental en zijn snelheid zijn afhankelijk van hoe diep de schakelaar wordt ingedrukt. Het apparaat biedt geen mogelijkheid
om de aangegeven snelheid en het toerental af te stellen.
Plaats het uiteinde in de boor of op de moer en enkel dan schakel het toestel in. Dit zal de beschadiging van verbindingselementen
of het uiteinde voorkomen en het risico voor letsels verlagen.
In geval dat de schroeven in een onderlaag worden ingedraaid, is het raadzaam om een leidende opening met een diameter van
Summary of Contents for YT-82806
Page 22: ...22 RUS residual current device RCD...
Page 23: ...23 RUS Li Ion 10 20 500 0 30 50 70...
Page 24: ...24 RUS II II III IV V VI...
Page 25: ...25 RUS 60 o C 0 3 MPa...
Page 27: ...27 UA residual current device RCD...
Page 28: ...28 UA Li Ion 10 20 500 0 30 50 70...
Page 29: ...29 UA II II III IV V VI...
Page 30: ...30 UA 60 o C a E a 0 3 MPa...
Page 82: ...82 GR RCD RCD...
Page 83: ...83 GR Li ion 500 0 30 50 70...
Page 84: ...84 GR V V V VI LED...