YATO YT-82753, Instructions Manual

Page: 66 / 74

66
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Houd de vlakschuurmachine in de veilige positie totdat hij volledig stopt met werken. Het is verboden om de schijf te doen stoppen
door deze op het werkoppervlak te plaatsen. Zet vervolgens de vlakschuurmachine neer, koppel de accu los van het gereedschap
en ga verder met het onderhoud.
Nuttige tips bij het werken met de vlakschuurmachine
Het is verboden om de vlakschuurmachine op een andere manier vast te houden dan aan de greep. Een onjuiste greep garan-
deert geen veilige werking en kan de ventilatieopeningen verstoppen. Dit kan leiden tot de oververhitting van het gereedschap.
De keuze van het schuurpapier moet worden afgestemd op het soort oppervlak dat moet worden geschuurd. Het wordt aanbevo-
len om de verkoper of de fabrikant van het schuurpapier te raadplegen over het beoogde gebruik.
Gebruik gebruikt schuurpapier niet opnieuw. Gebruik geen beschadigd schuurpapier. Schuurpapier met barsten, scheuren, gaten
of andere schade kan tijdens het gebruik afbreken en letsel veroorzaken. Selecteer papiergrootte afhankelijk van het type werk
dat wordt uitgevoerd. Gebruik schuurpapier met een grovere korrel voor het schuren en opruwen. Gebruik gladder schuurpapier
voor de afwerking.
Het wordt aanbevolen om te beginnen met schuurpapier met grovere korrels en af te werken met schuurpapier met een fi jnere
korrel. Slijpen op deze manier gaat sneller en resulteert in een beter eindresultaat.
Gebruik geen schuurpapier dat gebruikt werd voor het schuren van metaal om hout te schuren. Gebruik geen schuurpapier dat
gebruikt werd voor het schuren van vernis om hout te schuren.
De vlakschuurmachine moet naar u toe, van uzelf en geleidelijk naar de zijkant worden bewogen. Het hout moet in de richting
van de nerf worden geslepen. Het schuren moet beginnen met schuurpapier met grover graan om geleidelijk aan over te gaan
op fi jnkorrelig papier om het gewenste e ff ect te bereiken. Controleer de conditie van het behandelde houten oppervlak niet met
een blote hand. Dit kan letsel veroorzaken als gevolg van splinters en bramen die optreden tijdens de bewerking van hout. Stop
de vlakschuurmachine niet op één plaats, dit zal ongelijke werke ff ecten veroorzaken. Oefen geen overmatige druk uit op het ge-
schuurde oppervlak tijdens het schuren. De druk moet gedurende de gehele werktijd gelijkmatig zijn. De schuurmachine moet zo
worden geleid dat het gehele oppervlak van het schuurpapier tegen het geslepen werkstuk aanleunt. Druk de vlakschuurmachine
niet te hard tegen het werkoppervlak. Overmatige druk kan leiden tot oververhitting van de vlakschuurmachine en beschadiging
van het werkstukoppervlak en in het bijzonder van de slijpplaat of de voet van het gereedschap.
De papierkorrel moet gekozen worden in functie van het te behandelen oppervlak. Een te grote korrel van het schuurpapier zal
krassen veroorzaken op het oppervlak van het werkstuk.
Neem tijdens het werk regelmatig pauzes om de toestand van het schuurpapier te controleren. Als u merkt dat de schuurschijf
vastzit door het stof dat tijdens het gebruik is ontstaan of dat de schuurkorrel is afgesleten, vervangt u de schijf door een nieuwe.
De schuurmachine heeft een regelbare motorsnelheid die zich vertaalt in het aantal voetschommelingen. De afstelling gebeurt
met de knop (V). Hoe hoger het getal op de instelknop, hoe hoger de ingestelde snelheid. De instelling MAX geeft de maximale
snelheid aan. De rotatieaanpassing moet worden aangepast aan het type bewerkte oppervlak en aan de korrelgrootte van het
schuurvel. Hogere rotatiesnelheid resulteert in een snellere en nauwkeurigere voorbereiding van het oppervlak, maar het kan
leiden tot oververhitting of zelfs verbranding van het bewerkte oppervlak, vooral wanneer er te veel druk wordt uitgeoefend.
ONDERHOUD EN CONTROLE
LET OP! Voordat men start met het afstellen, technisch onderhoud of het uitvoeren van controles dient de stekker van het
apparaat uit het stopcontact te worden gehaald. Aan het einde van de werkzaamheden dient men de technische staat van het
elektrische apparaat te controleren door middel van een visuele inspectie en een beoordeling van de behuizing, het handvat,
stroomkabel, doorgankelijkheid van de ventilatiesleuven, borstels die eventuele vonken afgeven, geluidsniveau van de werking
van de lagers en tandwielen, het opstarten en uniformiteit van de werking van het apparaat. Tijdens de garantieperiode dient men
het elektrische apparaat niet te demonteren en dient men tevens geen onderdelen te vervangen aangezien dit de garantie ongel-
dig zal maken. In geval van eventuele onregelmatigheden die tijdens een controle zijn vastgesteld of tijdens de werkzaamheden
dient het apparaat ter reparatie te worden aangeboden bij een daarvoor bestemd servicepunt. Na de werkzaamheden dient men
de behuizing, ventilatieopeningen, schakelaars, extra handvaten en behuizing schoon te maken door middel van bv. luchtdruk
(met een druk van max. 0,3 MPa), of door middel van een borstel/ kwast of droge doek zonder gebruik van chemicaliën en reini-
gingsvloeisto ff en. Aanvullende onderdelen en de handvaten schoonmaken met een droge, schone doek.