11
Nl
Begininstellingen
V
O
O
R
BE
RE
IDI
NG
A
F
SP
EL
EN
IN
ST
EL
L
IN
G
EN
V
ERH
ELP
EN V
AN
ST
ORI
NG
EN
O
V
E
R
DI
T
TO
E
S
TE
L
Ne
de
rl
a
n
ds
V
E
R
BI
NDI
NG
/
B
E
GIN
IN
ST
E
L
L
IN
G
EN
Dit toestel produceert geluidsvelden door geluidsbundels te
weerkaatsen via de wanden van uw luisterruimte en de samenhang
tussen alle luidsprekerkanalen te vergroten. Op dezelfde manier als u
bij andere audiosystemen de opstelling van de luidsprekers zou
veranderen, zo moet u bij dit systeem de hoek van een bepaalde
geluidsbundel veranderen om een betere weergave te verkrijgen.
Dit toestel maakt gebruik van functies voor optimalisatie van de
geluidsbundels en het geluid met behulp van de bijgeleverde IntelliBeam-
microfoon. U hoeft zelf geen lastige luidsprekerinstellingen meer door te
voeren, maar kunt wel een uiterst nauwkeurige geluidsweergave bekomen
die correct is afgestemd op uw luisteromgeving. Deze twee functies
worden samen "
IntelliBeam
" genoemd.
Optimaliseren van de geluidsbundels:
Deze functie optimaliseert de hoeken van de geluidsbundels om
de weergave aan te passen aan uw luisteromgeving.
Geluidsoptimalisatie:
Deze functie optimaliseert de vertraging, het volume en de toonkwaliteit van
de geluidsbundels om de weergave aan te passen aan uw luisteromgeving.
Het toestel voert deze twee automatische optimaliseringen uit met
behulp van de bijgeleverde IntelliBeam-microfoon.
2)
Volg de onderstaande procedure om de IntelliBeam-microfoon
op dit toestel aan te sluiten en deze op een goede plek te plaatsen.
Automatische instelling voor geschikte
surroundeffecten (IntelliBeam)
Installeren van de IntelliBeam-microfoon
1
Plaats de IntelliBeam-microfoon op een vlak en
horizontaal oppervlak op uw normale luisterplek.
Gebruik de meegeleverde kartonnen microfoonstandaard
of een statief om de IntelliBeam microfoon op dezelfde
hoogte te plaatsen als waar uw oren zouden zijn als u zit.
■
In elkaar zetten van de meegeleverde
kartonnen microfoonstandaard
•
De procedure AUTOM. SETUP werkt mogelijk niet goed als dit toestel
geplaatst is in een van de ruimtes die beschreven worden bij "Installeren van
dit toestel" op pagina 6. Voer in dergelijke gevallen HANDMATIGE SETUP
(
p. 14) uit om de overeenstemmende parameters handmatig aan te passen.
•
Sluit de IntelliBeam-microfoon niet aan via een verlengkabel; dit
kan leiden tot een onnauwkeurige geluidsoptimalisatie.
•
Nadat u AUTOM. SETUP hebt voltooid, mag u niet vergeten de
IntelliBeam-microfoon los te koppelen.
•
De IntelliBeam-microfoon is gevoelig voor warmte.
– Houd de IntelliBeam-microfoon uit direct zonlicht.
– Plaats de IntelliBeam-microfoon niet bovenop het toestel.
Opmerkingen
1
2
3
5
4
Verwijder
Bevestig
Haal erdoor
heen
Plaats
horizontaal
Bevestig
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden tussen de
IntelliBeam-microfoon en de muren in uw luisterruimte,
aangezien deze objecten het pad van de geluidsbundels
verstoren. Objecten die tegen de muur staan, worden dan
weer gezien als uitstekende delen van de muren.
2
Controleer of de bijgeleverde videokabel
met pinnen aangesloten is en of er geen
hoofdtelefoon aangesloten is.
IntelliBeam-microfoon
Bovengrens
Binnen 1 m
Hoogte van het
midden van dit
toestel
Kartonnen
microfoonstandaard
Binnen 1 m
Luisterpositie
1,8 m of meer
Ondergrens
Middenlijn
IntelliBeam-
microfoon
Kartonnen microfoonstandaard
• Het scherm "BEAM+GELUID OPTIM." wordt automatisch
weergegeven wanneer de IntelliBeam-microfoon aangesloten wordt.
"ALLEEN BEAM OPTIM." of "ALLEEN GELUID OPTIM." kan
apart geselecteerd worden in het instelmenu (
• Automatisch ingestelde gegevens kunnen opgeslagen worden in het
systeemgeheugen (
p. 16). U kunt verschillende gegevens opslaan
afhankelijk van de luisterruimte en u kunt de instellingen handig
aanpassen.
2)
y