25
Nl
Weergave
Nederlands
INL
E
ID
ING
AA
NVULLENDE
INFORMA
T
IE
AAN
HANGSEL
V
O
O
RBERE
IDIN
GE
N
B
A
SI
SB
EDIEN
ING
GEA
V
ANC
EER
D
E BEDIENIN
G
U kunt een extern component met de afstandsbediening
van dit toetstel bedienen door een afstandsbedieningscode
voor het externe component in te stellen voor elke
signaalbron. Door de afstandsbedieningscodes in te stellen
voor de gewenste signaalbronnen kunt u schakelen tussen
de externe componenten die zijn verbonden met SCENE-
selecties.
Wanneer u de instellingen van de SCENE toetsen wijzigt,
wijzigt u dan ook de instellingen van de externe
component door onderstaande stappen uit te voeren.
1
Registreer de afstandsbedieningscode van
een extern component naar de gewenste
signaalbron (zie bladzijde 55).
Opmerking
•
Afstansbedieningscodes kunnen niet worden geregistreerd naar
TUNER-bronsignalen.
2
Druk gedurende 3 seconden op
e
Ingang
keuzetoetsen
op de afstandsbediening
voor de signaalbron waarvan de
afstandsbedieningscode is geregistreerd in
stap 1 terwijl u de
i
SCENE
-toets waar u de
toewijzing naar wilt veranderen, ingedrukt
houdt.
De externe component kan nu op afstand worden
bestuurd door slechts de
i
SCENE
-toets te kiezen.
1
Druk op
u
MUTE
op de afstandsbediening
om de geluidsweergave tijdelijk uit te
schakelen.
De MUTE-indicator knippert op het display op het
voorpaneel als het audiosignaal wordt gedempt.
2
Druk nog eens op
u
MUTE
om de
geluidsweergave te hervatten.
U kunt niet de balans van het hoge tonen bereik (Treble)
en het lage tonen bereik (Bass) afstemmen van
geluidsweergaven die worden weergegeven vanaf de
linker en rechter voor-luidsprekers om de gewenste toon te
krijgen.
y
•
De toonregeling van de luidsprekers of hoofdtelefoon kan apart worden
ingesteld. Stel de toonregeling van de hoofdtelefoon in terwijl de
hoofdtelefoon is aangesloten.
1
Druk herhaaldelijk op
N
TONE CONTROL
op het voorpaneel voor een selectie van
“Treble” of “Bass”.
De huidige instelling wordt ook weergegeven ook op
het display op het voorpaneel.
2
Draai aan de
O
PROGRAM-schakelaar
om
het niveau van de weergave in dat
frequentiebereik aan te passen.
Afstelbaar bereik: –10,0 dB tot +10,0 dB
De display geeft het vorige scherm weer vlak nadat u
de schakelaar loslaat.
Opmerkingen
•
De toonregelaarinstellingen zijn niet effectief tijdens afspelen in Pure
Direct-modus.
•
Indien u de balans instelt op extreem uit, kunnen geluiden niet
overeenkomen met die van andere kanalen.
Gebruik de Pure Direct-modus om te luisteren naar de
high fidelity weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct-modus is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op
Q
PURE DIRECT
(of
h
PURE DIRECT
)
om de Pure Direct-modus aan of uit te zetten.
De volgende functies zijn uitgeschakeld in de Pure Direct-
modus.
–
geluidsveldprogramma en toonregeling
–
weergave en werking van het OPTION-menu en het
SETUP menu
–
multi-zone functie
y
•
Het display van het voorpaneel gaat uit in Pure Direct-modus. Het gaat
weer aan wanneer de Pure Direct-modus wordt uitgezet.
Het wisselen van afstandbestuurbare
externe componenten die zijn verbonden
met SCENE-selecties
Tijdelijk dempen van audioweergave
(MUTE)
Het afstemmen van hoge lage
tonenweergave (toonregeling)
Genieten van puur hi-fi geluid
(Pure Direct-modus)
Treble
0.0dB