24
Nl
BASISBEDIENING
1
Zet de externe componenten (TV, DVD-speler,
etc.) die zijn aangesloten op dit toestel, aan.
2
Draai aan de
R
INPUT-schakelaar
(of druk
op de
e
Ingang keuzetoetsen
) om een
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde ingangsbron verschijnt
een paar seconden.
y
•
U kunt zonodig de naam van de signaalbron die wordt
weergegeven op de display van het voorpaneel of op de
videomonitor veranderen (zie bladzijde 52).
3
Geef het externe component dat u hebt
geselecteerd als signaalbron, of selecteer
een radiozender op de tuner.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende component voor
gegevens over weergave. Voor het selecteren van radiozenders
of afspelen van een iPod of Bluetooth component met gebruik
van dit toestel, kijk u bij het volgende.
•
Gebruikmaken van iPod (zie bladzijde 35)
•
Gebruikmaken van Bluetooth componenten
(zie bladzijde 37)
4
Draai aan de
L
VOLUME-besturing
om het
volume aan te passen (of druk op
s
/–
).
Dit toestel heeft vier SCENE toetsen waarmee u de
signaalbronnen en de geluidsveldprogramma’s kan
veranderen met één toets. Een instelling voor signaalbron
en geluidsprogramma die geschikt zijn voor een bepaalde
situatie, zoals het afspelen van films of muziek, is
standaard aan iedere toets toegekend.
y
•
Dit apparaat gaat aan wanneer
M
SCENE
(of
i
SCENE
) tijdens
standby wordt ingedrukt.
•
Als een Yamaha dvd-speler die SCENE besturingssignalen kan
ontvangen, is aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit
apparaat, gaat de dvd-speler automatisch aan en begint met afspelen
wanneer
M
SCENE
(of
i
SCENE
) wordt ingedrukt (zie bladzijde 19).
Raadpleeg voor details de instructiehandleiding van de dvd-speler.
Druk op
M
SCENE
(of
i
SCENE
).
Selecteer de gewenste signaalbron/
geluidsveldprogramma en druk op de
M
SCENE
(of
i
SCENE
) totdat “SET Complete” op de
display van het voorpaneel verschijnt.
Wanneer de OSD op de videomonitor wordt weergegeven,
verschijnt “SCENE Setting Complete” op de
videomonitor.
y
•
Als u de afstandsbediening voor een extern component gebruikt, stelt u
dat externe component dan tevens in wanneer de SCENE-instelling
wordt uitgevoerd. Lees het volgende hoofdstuk voor meer informatie.
Weergave
Basisprocedure
Opmerking
Wanneer u DTS-CD weergeeft, kan er in bepaalde omstandigheden
ruis worden uitgezonden waardoor een luidspreker niet goed
functioneert. Zorg dat het volume op laag is ingesteld voordat u de
weergave start. Doe het volgende als ruis wordt weergegeven.
1) Wanneer alleen ruis wordt weergegeven
Indien een DTS bitstreamsignaal niet goed wordt verzonden naar dit toestel,
wordt alleen ruis weergegeven. Sluit een weergavecomponent aan op dit
toestel met een digitale verbinding en geef de DTS-CD weer. Als de toestand
niet verbeterd kan het probleem voortkomen uit de weergavecomponent.
Neem contact op met de producent van de weergavecomponent.
2) Als er ruis wordt uitgezonden tijdens weergave of overslaan
Voordat u de DTS-CD afspeelt, geeft u het OPTION menu
weer na het selecteren van de signaalbron en stelt u
“Decoder Mode” in op “DTS” (zie bladzijde 40).
VOL.
SW
C
L
R
SL
SR
AV1
Signaalbronnaam
VOL.
SW
C
L
R
SL
SR
Volume-18.5dB
Volume
Gebruikmaken van de SCENE functie
Signaalbron
Geluidsveldprogramma
BD/DVD
HDMI1
Straight
TV
AV1
Straight
CD
AV3
Straight
RADIO
TUNER
7ch Enhancer
Selecteren van een SCENE
Signaalbronnen/geluidveldprogramma’s
registreren