AANSLUITINGEN
10
Nl
• Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten gemaakt zijn.
• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, "+" op "+" en "–" op "–". Als de aansluitingen
niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van elk van uw componenten.
• Gebruik RCA-kabels voor audiocomponenten (behalve voor de luidsprekeraansluitingen en de DOCK-uitgangen).
• De IMPEDANCE SELECTOR moet in de juiste stand staan voordat u luidsprekers aansluit. Zie bladzijde 11 voor
meer informatie.
• Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen.
Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
y
• De PHONO-aansluitingen zijn bedoeld voor een platenspeler met MM-cassette.
• Verbind uw platenspeler met de GND-aansluiting om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige platenspelers hoort u juist
minder ruis zonder de GND-aansluiting.
AANSLUITINGEN
Luidsprekers en broncomponenten aansluiten
LET OP
Platenspeler
Audio-
uitgang
Cd-recorder,
enz.
Dvd-speler,
enz.
Bandrecorder
GND
Audio-
uitgang
Luidsprekers A
Subwoofer
Voor informatie over
andere componenten
die u kunt aansluiten op
dit toestel raadpleegt zie
bladzijde 25.
Audio-
ingang
Audio-
uitgang
Audio-
uitgang
Audio-
ingang
Audio-
uitgang
Luidsprekers B
Cd-speler
VOORBEREIDINGEN