3
Nl
N
e
de
rla
nds
1
Bij gebruik van een Bluetooth verbinding
De apparaten moeten aan elkaar worden gekoppeld wanneer de
Bluetooth verbinding tussen de apparaten voor het eerst
gebruikt wordt, of wanneer de koppel- en verbindingsgegevens
voor deze apparaten gewist zijn. “Pairing” is de handeling
waarmee mobiele telefoons enz. met Bluetooth (in het vervolg
“andere componenten” te noemen) geregistreerd worden op
een bepaald toestel om daarmee een Bluetooth verbinding aan
te kunnen gaan. Gebruik de procedure die hieronder
beschreven wordt voor ‘pairing’ (koppelen).
y
Om veiligheidsredenen is er een tijdlimiet van 8 minuten
voor het koppelen (pairing). Het verdient aanbeveling alle
instructies goed te lezen en te zorgen dat u ze begrijpt voor u
hiermee begint.
1
Zet de andere component waarmee u de
verbinding tot stand wilt brengen aan.
2
Druk op om dit toestel aan te zetten.
3
Houd tenminste 4 seconden ingedrukt.
Dit toestel gaat nu in de ‘pairing’ (koppel) stand (de
statusindicator knippert blauw).
4-a
[Voor componenten met bedieningsorganen
(mobiele telefoons, computers enz.)]
Voer de juiste handelingen uit op de
andere apparatuur om verbinding te
kunnen maken met Bluetooth apparatuur.
Raadpleeg voor details hieromtrent de handleiding van
de apparatuur in kwestie.
4-b
[Voor componenten zonder
bedieningsorganen (Bluetooth adapters enz.)]
Zet de andere apparatuur in de stand voor
het verbinding zoeken of koppelen en ga
dan verder naar stap 7.
Raadpleeg voor details hieromtrent de handleiding van
de apparatuur in kwestie.
5
Selecteer “NX-B02 YAMAHA” uit de lijst op
de andere component.
6
Als u om een wachtwoord of toegangscode
gevraagd wordt, kunt u “0000” invoeren.
7
Controleer of de verbinding correct tot
stand is gebracht.
De statusindicator gaat snel knipperen ten teken dat het
koppelingsproces (pairing) op dit toestel is afgesloten. Controleer
of het koppelingsproces (pairing) ook op de andere component
correct is afgesloten. Als de statusindicator niet snel knippert, of
als het koppelingsproces op de andere component niet correct
afgesloten wordt, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 3.
• Er zijn geen Bluetooth verbindingen mogelijk met andere
componenten wanneer dit toestel in de ‘Paring’ (koppel)
stand staat. Als u de koppel (pairing) stand per ongeluk
heeft ingeschakeld, kunt u kort op drukken om deze
functie te annuleren.
• Dit toestel kan worden gekoppeld (paired) met maximaal acht
andere componenten. Wanneer het toestel vervolgens met succes
koppelt met een negende component en de pairing gegevens
geregistreerd worden, zullen de pairing gegevens voor de minst
recentelijk gebruikte andere, reeds gekoppelde, component
worden gewist en vervangen door die voor de nieuwe component.
• Als de stroomvoorziening van dit toestel wordt onderbroken tijdens
het koppelen (pairing), kunnen de pairing gegevens verminkt raken.
Voer in een dergelijk geval de procedure uit die wordt beschreven
bij “Wissen van de pairing (koppel) gegevens” op bladzijde 4 en
voer het koppelen (pairing) vervolgens opnieuw uit.
2
Bij gebruik van een analoge signaalbron
Verbind de audio uitgangsaansluiting van uw
draagbare audiospeler met de PORTABLE IN
aansluiting van dit toestel met behulp van
een los verkrijgbare 3,5 mm stereo
ministekker kabel.
Voor u apparatuur gaat aansluiten moet u controleren of dit
toestel inderdaad uit staat.
Audio ingangsaansluitingen
Opmerkingen
In de handel verkrijgbare 3,5 mm
stereo ministekker kabel
PORTABLE IN
aansluiting
Opmerking