Gedetailleerde instellingen — [FUNCTION]
CLP-370/340/330, CLP-S308/S306
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
60
Basisprocedure in de functiemodus
Volg de onderstaande stappen om de functies te gebruiken.
(Als u het overzicht verliest terwijl u een functie gebruikt, ga dan terug naar deze bladzijde en lees
de basisprocedure.)
1.
Activeer de functiemodus.
Druk op de knop
[TEMPO/FUNCTION]
zodat de bijbehorende indicator
[FUNCTION]
oplicht.
wordt weergegeven in de display. (De indicatie '
' varieert afhankelijk
van de status van het apparaat en het gebruik.)
2.
Selecteer een functie.
Gebruik de knoppen
[TEMPO/FUNCTION
▼
,
▲
]
om de gewenste functie
F1 – F9 (CLP-370/340), F1 – F7 (CLP-330), F1 – F8 (CLP-S308/S306) te
selecteren.
3.
Gebruik de knoppen [–/NO] [+/YES].
Als de functie geen submodi bevat, gaat u verder naar Stap 4.
Als de functie wel submodi bevat, drukt u eenmaal op de knop
[+/YES]
om
de respectievelijke submodus te activeren.
LAN-instellingen
Het bestand met internetinstellingen
laden
F9.1
—
F8.1
De verbindingsinformatie exporteren
F9.2
—
F8.2
De signaalsterkte controleren
F9.3
—
F8.3
Programmaversie
Programmaversie
F9.4
—
F8.4
LAN-functies
LAN-poortstuurprogrammaversie
F9.5
—
F8,5
USB-LAN-adapterversie
F9.6
—
F8.6
Internetinstellingen initialiseren
F9.7
—
F8.7
Function
Submodus
CLP-370/
340
CLP-330
CLP-S308/
S306
Naslag-
pagina
CLP-
370
3 4
1
2 4
5
Procedure
OPMERKING
Functies kunnen niet worden
geselecteerd tijdens de demo-/
songselectie-/file-
handelingsmodus of als de
recorder voor gebruikerssongs
aan is.
OPMERKING
U kunt op elk gewenst moment op
de knop
[FUNCTION]
drukken
om de Function-modus te
verlaten.
OPMERKING
Nadat u de functie hebt
geselecteerd, wordt de huidige
instelling getoond als voor het
eerst op de knop
[–/NO]
of
[+/YES]
wordt gedrukt.