AANSLUITINGEN
8
• Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de
componenten gemaakt zijn.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) op L, R (rechts) op R, “+” op “+” en “–” op “–”. Als de aansluitingen
niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. Raadpleeg tevens de
handleidingen van elk van uw componenten.
• Gebruik RCA (tulp) stekkerkabels voor audio/video apparatuur met uitzondering van luidsprekers.
• Sluit uw draaitafel tevens aan op de GND aansluiting om storende ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige
draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis hoort wanneer u de GND aansluiting niet gebruikt.
•
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers en andere componenten
LET OP
SPEAKERS
TUNER
TAPE
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
MD
AUX
GND
PHONO
CD/DVD
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
+
+
A
B
–
–
L
R
R
L
R
L
L
R
L
R
L
R
+
–
+
–
+
–
+
–
L
R
L
R
Draaitafel
Tuner
Audio
ingang
Audio
uitgang
Cassettedeck
CD-speler of
DVD-speler
Videorecorder
enz.
MD-recorder
enz.
Audio
uitgang
Audio
uitgang
GND
Audio
uitgang
Audio
uitgang
Audio
uitgang
Audio
ingang
Luidsprekers A
Luidsprekers B