REGELAARS EN HUN FUNCTIES
5
Nl
INL
E
IDING
Ne
d
e
rla
n
ds
1
CD-ingangsaansluitingen
Om een cd-speler aan te sluiten.
Zie pagina 6 voor meer informatie over de aansluitingen.
2
PHONO-aansluitingen en GND-aansluiting
De PHONO-aansluitingen dienen om een platenspeler met
MM-pick-upelement aan te sluiten.
Zie pagina 6 voor informatie over de aansluitingen.
3
Aansluitingen voor invoer/uitvoer van audio
Om externe componenten, zoals een tuner, enz. aan te
sluiten.
Zie pagina 6 voor informatie over de aansluitingen.
4
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR moet worden ingesteld op de
ter plaatse gebruikte netspanning voor u het meegeleverde
netsnoer in het stopcontact steekt.
Zie pagina 8 voor meer informatie.
5
AC IN
Hier sluit u het meegeleverde netsnoer aan.
Zie pagina 8 voor informatie over de aansluitingen.
6
SPEAKERS-aansluitingen
Sluit een of twee luidsprekersets aan.
Zie pagina 6 voor informatie over de aansluitingen.
7
IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Zie IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar op deze
pagina.
8
AC OUTLET(S)
Hiermee kunt u uw andere audio-/videocomponenten van
stroom voorzien.
Zie pagina 8 voor meer informatie.
■
IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar
Zet de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar niet in een
andere stand terwijl het toestel is ingeschakeld. Als u dat
wel doet, kan het toestel beschadigd worden.
Indien het toestel inschakelen niet lukt, is het mogelijk dat
de IMPEDANCE SELECTOR-schakelaar zich niet
volledig in een van de standen bevindt. In dat geval dient u
de schakelaar volledig in een van de standen te schuiven
als de stroom van het toestel volledig afgesneden is.
Bepaal de stand van de schakelaar (LOW of HIGH) aan de
hand van de impedantie van de luidsprekers in uw
systeem.
Achterpaneel
(Modellen voor Azië en Algemene modellen)
LET OP
Stand van
schakelaar
Impedantieniveau
HIGH
• Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van de luidspreker 6
Ω
of hoger
zijn.
• Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 12
Ω
of
hoger zijn. (Behalve bij modellen voor de V.S.
en Canada)
• Indien u bi-wire-verbindingen (dubbele
bedrading) maakt, dan moet de impedantie
van de luidspreker 6
Ω
of hoger zijn. Zie
pagina 7 voor meer informatie.
LOW
• Indien u één set gebruikt (A of B), dan moet
de impedantie van de luidspreker 4
Ω
of hoger
zijn.
• Indien u twee sets gebruikt (A en B), dan moet
de impedantie van elke luidspreker 8
Ω
of
hoger zijn.
• Indien u bi-wire-verbindingen (dubbele
bedrading) maakt, dan moet de impedantie
van de luidspreker 4
Ω
of hoger zijn. Zie
pagina 7 voor meer informatie.