Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Yonos ECO BMS
73
Nederlands
8.2
Keuze van het regelingstype
8.3
Instelling van het pompvermogen
In de planning wordt de installatie uitgevoerd op een bepaald bedrijfspunt (hydraulisch
vollastpunt bij berekende maximale verwarmingsvermogensvraag). Bij de inbedrijfname
moet het pompvermogen (opvoerhoogte) volgens het bedrijfspunt van de installatie wor-
den ingesteld. De fabrieksinstelling komt niet overeen met het voor de installatie vereiste
pompvermogen. Dit wordt met behulp van het karakteristiekdiagram van het geselec-
teerde pomptype (uit catalogus/specificatieblad) berekend. Zie ook afb. 5 en 6.
Regelingstypen
D
p-c en
D
p-v:
Installatietype
Systeemvereisten
Aanbevolen
regelingstype
Verwarmings-/ventilatie-/kli-
maatinstallaties met weerstand
in het overdrachtelement (radi-
ator + thermostaatventiel)
£
25% van de totale weerstand
1.
Tweebuissystemen met thermostaat-/
zoneventielen en een kleine klepauthoriteit
• H
N
> 4 m
• Zeer lange verdeelleidingen
• Sterk gesmoorde strangafsluiters
• Strangverschildrukregelaar
• Hoge drukverliezen in de installatiedelen die
worden doorstroomd door het totale debiet
(ketel/koelmachine, eventueel warmtewis-
selaar, verdeelleiding tot aan de 1e aftakking)
2.
Primaire kringen met hoge drukverliezen
D
p-v
Verwarmings-/ventilatie-/kli-
maatinstallaties met weerstand
in de productie-/verdeelkring
£
25% van de weerstand in het
overdrachtelement (ra
thermostaatventiel)
1.
Tweeleidingssystemen met thermostaat-/
zoneventielen en een hoge klepauthoriteit
• H
N
£
2 m
• Omgebouwde zwaarkrachtinstallaties
• Ombouw bij grotere temperatuurspreiding
(bijvoorbeeld warmtedistributie)
• Geringe drukverliezen in de installatiedelen
die worden doorstroomd door het totale
debiet (ketel/koelmachine, eventueel warm-
tewisselaar, verdeelleiding tot aan de 1e
aftakking)
2.
Primaire kringen met lage drukverliezen
3.
Vloerverwarmingen met thermostaat- of
zoneventielen
4.
Enkelleidingsinstallaties met thermostaat- of
strangafsluiters
D
p-c
D
p-c (afb. 6)
D
p-v (afb. 5)
Bedrijfspunt op
max-karakteristiek
Van het bedrijfspunt uit een lijn naar links tekenen. Gewenste waarde H
S
afle-
zen en de pomp op deze waarde instellen.
Bedrijfspunt in het
regelbereik
Van het bedrijfspunt uit een lijn naar
links tekenen. Gewenste waarde H
S
aflezen en de pomp op deze waarde
instellen.
Op de regelkarakteristiek tot aan de
max-karakteristiek en vervolgens
horizontaal naar links gaan, gewenste
waarde H
S
aflezen en de pomp op
deze waarde instellen.
Instelbereik
H
min
, H
max
zie 5.1 type-aanduiding
Summary of Contents for YONOS ECO 25/1-5 BMS
Page 2: ...Fig 1 Fig 2a Fig 2b ...
Page 3: ...Fig 3a Fig 3b Fig 3c Fig 3d Fig 3e Fig 4 PE N L ...
Page 6: ......