HANDLEIDING
60
Uitstel
Gebruik de HOLD/MIN/MAX-knop om de hold-functie in/uit te schakelen.
• Een korte druk (minder dan 1 s) op de HOLD/MIN/MAX-knop activeert de
hold-functie.
• De volgende korte druk (minder dan 1 s) op de HOLD/MIN/MAX-knop deacti-
veert de hold-functie.
Hold-functie activeren/deactiveren
Druk kort (minder dan 1s) op de HOLD/
MIN/MAX-knop. Laat de knop los na een
pieptoon. Indien geactiveerd, verschijnt
HOLD op het LCD-scherm. Indien
uitgeschakeld, verschijnt het niet op het
LCD-scherm.
HOLD
Minimum/Maximum/Gemiddelde (MIN/MAX/AVG) meting
Gebruik de MIN/MAX-knop om te activeren/deactiveren en om te kiezen tussen de
minimale, maximale en gemiddelde meting.
• Een lange druk (meer dan 1 s) van de HOLD/MIN/MAX-knop activeert de
minimum-, maximum- en gemiddelde functies. Het LCD-scherm toont de
gemeten minimumwaarde. Telkens wanneer een nieuwe minimumwaarde wordt
gedetecteerd en weergegeven op het LCD-scherm, wordt dit ook aangegeven
door een korte pieptoon.
• De volgende keer dat de knop HOLD/MIN/MAX kort (minder dan 1 s) wordt
ingedrukt, wordt de gemeten maximale waarde weergegeven. Telkens wanneer
een nieuwe maximale waarde wordt bepaald en weergegeven op het LCD-
scherm, wordt dit ook gesignaleerd door een korte pieptoon.
• De volgende korte druk (minder dan 1 s) op de HOLD/MIN/MAX-knop geeft de
gemeten gemiddelde waarde weer. Elke volgende korte druk op de HOLD/MIN/
MAX-knop doorloopt de MIN-, MAX- en AVG-metingen.
• Door lang (meer dan 1 s) op de HOLD/MIN/MAX-knop te drukken wanneer een
van de MIN-, MAX- of AVG-functies wordt weergegeven op het LCD-scherm,
worden de minimum-, maximum- en gemiddelde functies uitgeschakeld.
Minimum/maximum/gemiddelde
functie activeren
Houd de MIN/MAX-knop ingedrukt (meer
dan 1s) totdat u een dubbele pieptoon
hoort. De eerste functie die op het LCD-
scherm wordt weergegeven, is MIN.
Schakelen tussen MIN-, MAX- en
AVG-functies
Druk kort (minder dan 1s) op de MIN/
MAX-knop. Laat de knop los na een
pieptoon.
MIN
MAX AVG
Minimum/maximum/gemiddelde functie uitschakelen
Houd de MIN/MAX-knop ingedrukt (meer dan 1s) totdat u een dubbele pieptoon (1s)
op de MIN/MAX-knop hoort. Laat de knop los na een pieptoon.
APO (automatische uitschakeling)
Wanneer deze functie is ingeschakeld, schakelt de APO-functie de multimeter uit na 15
minuten inactiviteit.
APO kan op elk moment worden in- en uitgeschakeld door de SELECT- en RAN-
GE-knoppen tegelijkertijd langer dan 1s in te drukken. Het LCD-scherm toont de
APO-functie wanneer deze is geactiveerd. Indien uitgeschakeld, is de APO-indicator
afwezig op het LCD-scherm.
APO inschakelen/uitschakelen
Houd de SELECT- en RANGE-knoppen
tegelijkertijd ingedrukt totdat u een
dubbele pieptoon hoort. Wanneer
geactiveerd, verschijnt APO op het LCD-
scherm. Indien uitgeschakeld, verdwijnt
APO van het LCD-scherm.
Meetfuncties:
Selecteer de gewenste meetfunctie door de draaischakelaar naar de juiste positie te
draaien. Schakel de multimeter uit door de draaischakelaar in de UIT-stand te zetten.
De schakelstanden zijn als volgt:
•
UIT:
De multimeter is uitgeschakeld.
•
SCAN: A
utomatische AC/DC-detectie en meting: In de V SCAN-modus
detecteert de multimeter automatisch of er AC- of DC-spanning aanwezig is
op de testsondes en voert het juiste type spanningsmeting uit. Een juiste AC/
DC-detectie is van toepassing op spanningen hoger dan 0,3 V. De multimeter
detecteert of er AC- of DC-spanning aanwezig is.
•
V AC/DC:
handmatige selectie van het type spanningsmeting. De SELECT-knop
kan worden gebruikt om te schakelen tussen de AC- en DC-meetmodus.
•
mV: mV-meetmodus.
•
Ω
: Weerstands-, continuïteits-, diode- en capaciteitsmetingen. Deze
meetfuncties kunnen worden geselecteerd met de SELECT-knop.
•
Hz:
frequentiemetin
g.
•
°C:
Temperatuurmeting in °C of °F schaal. Gebruik de SELECT-knop om te
wisselen tussen °C en °F meetschalen.
•
A:
Stroommeting in het 10A-bereik.
•
mA:
Stroommeting in het mA-bereik.
•
μA:
Stroommeting in het μA bereik.
•
NCV:
De contactloze spanningsmodus meet de sterkte van het elektrische
veld. Richt de bovenkant van de multimeter, met het label NCV, op de bron
van het elektrische veld (netsnoer, stopcontact of lichtschakelaar). Hoe sterker
het elektrische veld dat de multimeter detecteert, hoe meer horizontale lijnen
er op het LCD-scherm verschijnen en hoe sneller een pieptoon te horen is. Als
de multimeter geen elektrisch veld detecteert, wordt „EF“ weergegeven op het
LCD-scherm.