5
3. Sluit, terwijl de tweede persoon de Staander (13) in de
getoonde positie vasthoudt, de Bovenste Kabel (36) op
de Snelheidssensor-Draad (43) aan. Snij en verwijder
de verbinding die de Snelheidssensor-Draad op het
Onderstel (1) vasthoudt. Sluit vervolgens de
Weerstandskabel (19) op de volgende manier op de
Onderste Kabel (45) aan:
• Bekijk tekening A. Trek aan de metalen houder (A)
van de Lagere kabel (45), en steek het uiteinde van
de Weerstandskabel (19) in de kabelklem van de
metalen houder.
• Bekijk tekening B. Trek stevig op de Weerstandskabel
(19) en plaats deze in de metalen houder (A) van de
Lagere Kabel (45) zoals aangegeven.
• Bekijk tekening C. Met gebruik van een knjiptang,
buig de uiteinden aan de bovenste kant van de meta-
len houder (A) samen.
Trek voorzichtig het uitstekende deel van de Bovenste
Kabel (36) uit de bovenkant van de Staander (13) en
duw het uitstekende deel van de Kabel (19, 45) in het
Onderstel (1) en steek de Staander in het Onderstel.
Zorg ervoor dat de Draden en Kabels niet bekneld
raken. Maak vervolgens de Staander vast met drie M8
x 15mm Schroeven (41), drie M8 Veerringen (20), en
drie M8 Gebogen Tussenringen (39).
4. Steek de Armhendel (15) in de Staander (13). Trek de
Bovenste Draad (36) door de plaat van de Armhendel
zoals getoond. Zorg ervoor dat de Bovenste Draad
niet bekneld raakt.
Maak de Armhendel (15) op de Staander (13) met drie
M8 x 15mm Schroeven (41), drie M8 Veerring (20), en
drie M8 Gebogen Tussenringen (39) vast.
3
20
39
20
19
45
41
41
20
39
41
1
13
Verbinding
36
43
Pas op dat wan-
neer U de
Staander insteekt
de draden en
kabels niet
bekneld raken.
4
13
15
41
41
41
20
39
20
20
39
36
39
Zorg ervoor dat
de draden niet
bekneld raken.
A
B
C
45
19
19
A
A
A
45
