
22
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het gewichtsysteem kunt afstellen. Zie de RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
op pagina 27 voor belangrijke informatie over hoe u het grootste voordeel uit uw oefeningenprogramma kunt
halen.
Zorg dat elke keer dat u het gewichtsysteem gebruikt, alle delen goed vastzitten. Vervang versleten onderdelen
direct. Het gewichtsysteem kan worden gereinigd met een vochtige doek en een milde, niet schurende reiniger;
gebruik geen oplosmiddelen.
DE WEERSTAND AFSTELLEN
Om de gewenste hoeveelheid weerstand tij-
dens de oefening te wijzigen, brengt u de
Gewichtpen (18) op het gewenste Gewicht (15)
in de Gewichtstapel. Zorg dat de Gewichtpen
volledig in het Gewicht is ingevoerd.
Opmerking: de hoeveelheid weerstand van
elk oefenstation kan verschillen van de
gewichtinstelling. Gebruik het
GEWICHTSWEERSTANDSTABEL op pagina
24 om de juiste hoeveelheid gewicht voor
elke gewichtstation te vinden.
DE TREKSTANG BEVESTIGEN
Bevestig de Trekstang (14) aan de Bovenste
Kabel (53) bij het bovenste katrolstation met
een Kabelklip (47).
Ontkoppel altijd de Trekstang (14) van het
gewichtssysteem bij het uitvoeren van een
oefening waarbij de Trekstang niet vereist
is.
AFSTELLINGEN
18
14
47
53
15