49
6
Parametermenu
De thermostaatkop heeft een parametermenu. Om dit
menu te openen houdt u 5 seconden lang de
( )-
toets
ingedrukt. Dan verschijnt het parametermenu en wordt
het eerste parameterscherm weergegeven:
U kunt nu een parameter die moet worden afgesteld
selecteren met de navigatietoets
LINKS
(◄)
of
RECHTS
(►)
. Nadat de parameter is gekozen, kunt u deze in-
/uitschakelen met de
( )-
toets, wijzigen met
MINDER
(-)
of
MEER
(+)
en uw instelling bevestigen met de
( )-
toets.
Om het parametermenu af te sluiten, kiest u de
parameter
End
(menunummer 21) en drukt u op
( )
.
Nr.
Standaardwaarde en andere mogelijkheden
10
oooo
:
Initialisatie thermostaatkop
Dit menu wordt gebruikt wanneer u de
thermostaatkop voor het eerst op de radiator
installeert.
Hiermee wordt de thermostaatkop volledig
geopend of gesloten en het hoeft slechts
eenmaal te worden gedaan.
11
rF
:
Radioconfiguratie
Hiermee wordt het radiokoppelingssignaal
verzonden om deze RF-thermostaatkop toe te
wijzen aan een centrale eenheid.
U moet tegelijkertijd ook de centrale eenheid
in de radioconfiguratiemodus zetten (zie de
brochure van de centrale eenheid).
12
dEG
:
Eenheid van de weergegeven
temperatuurwaarden
°C
Celsius
°F
Fahrenheit
13
hour
:
Selectie van de tijdweergave op de klok
24H
(24-uurs)
12H
(12-uurs AM/PM)
14
dst
: Overschakeling zomer <-> winter in
verband met de zomertijd
YES
automatische overschakeling op basis
van de datum.
no
geen automatische overschakeling in
verband met de zomertijd.
15
AirC
: IJking van de interne sensor
De kalibratie moet worden uitgevoerd nadat
de thermostaatkop 1 dag met dezelfde
ingestelde temperatuur heeft gewerkt. Voer de
volgende procedure uit:
Plaats een thermometer in de ruimte op een
afstand van 1,5 m van de radiator en
controleer na 1 uur de werkelijke temperatuur
in de ruimte.
Wanneer u naar de ijkingsparameter gaat,
wordt rechts
no
weergegeven om aan te
geven dat er nog geen ijking is uitgevoerd.
Voer de door de thermometer aangegeven
waarde in met behulp van de toets
MINDER
(-)
of
MEER (+)
om de werkelijke waarde in te
voeren. Druk vervolgens op de
( )-
toets om te
bevestigen.
De waarde wordt opgeslagen in het interne
geheugen.
Als u een ijking moet wissen, drukt u tijdens
het wijzigen op de toets
LINKS
(◄)
of
RECHTS
(►)
. De oude waarde wordt gewist
en het bericht
no
wordt weergegeven.
16
ITCS
: Intelligent Temperature Control System
YES
no
Deze functie activeert uw installatie van
tevoren (maximaal 2 uur) om te zorgen dat de
gewenste temperatuur al bereikt is op het in
uw weekprogramma geprogrammeerde
tijdstip.
Dit automatische regelsysteem werkt als volgt:
Wanneer u de thermostaatkop voor het eerst
opstart, meet hij de tijd die de radiator nodig
heeft om de ingestelde temperatuur te
bereiken. De thermostaatkop meet deze tijd
opnieuw bij elke programmawijziging, om te
compenseren voor verandering en invloed van
de buitentemperatuur. Nu kunt u uw
thermostaatkop programmeren zonder de
temperatuur van tevoren te hoeven afstellen,
want dit wordt automatisch voor u gedaan.
17
Win
:
Open raam
YES
no
Als deze functie geactiveerd is, wordt het
gedetecteerd als de temperatuur in de ruimte
met meer dan 5 °C daalt en wordt automatisch
de instelling
7 °C
gekozen om energie te
besparen (zie paragraaf 4.2 voor nadere
informatie).
18
Batt
: Batterijniveau
Geeft de batterijspanningswaarde aan.
19
Soft
:
Softwareversie
Geeft de softwareversie X.X aan.
20
Clr
:
Terugzetten naar fabrieksinstellingen
Houd de
(OK)-
toets
2 seconden lang
ingedrukt om de ingestelde temperaturen en
gebruikersparameters in dit menu terug te
zetten naar de standaardfabrieksinstellingen.
Gebruikersprogramma's worden ook gereset.
Let op:
Zorg voordat u deze functie gebruikt dat u
beschikt over alle benodigde elementen om de
installatie opnieuw te configureren.
21
End
: het parametermenu afsluiten
Druk op de
(OK)-
toets
om het menu met
installatieparameters af te sluiten en terug te
keren naar de normale werking.