4. ONDERHOUD
4.1. De herstellingen of onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
4.2. Het apparaat moet ten minste één keer per jaar door een gekwalificeerde
technicus worden gecontroleerd.
4.3. Controleer regelmatig de staat van de gasslang en de gasregelaar. Moeten ze
worden vervangen, gebruik dan alleen originele reserveonderdelen.
4.4. Voordat een onderhoudswerk wordt uitgevoerd, moet de luchtverwarmer steeds
worden afgekoppeld van de gastoevoer en van de elektriciteit.
4.5. Is het apparaat lang niet meer gebruikt, dan raden we aan om voor gebruik een
algemene controle door een technicus te laten uitvoeren. Het is belangrijk om het
volgende te controleren:
4.5.1. Controleer periodiek de staat van de gastoevoerslang en, als ze moet worden
vervangen, gebruik dan alleen originele reserveonderdelen.
4.5.2. Controleer de positie van de startelektrode (zie afb.5).
Afb.5
4.5.3. Controleer de verbindingen van de veiligheidsthermostaat en van het
thermokoppel: ze moeten altijd zuiver zijn.
Reinig indien nodig de ventilatorschoep en de binnenkant van de luchtverwarmer met
behulp van perslucht.