28
N E D E R L A N D S
de
en
fr
it
es
pt
nl
da
sv
no
fi
tr
pl
cs
sk
hr
hu
sl
ro
bg
ru
uk
et
lv
lt
el
ar
Gebruik
Voorbereiding
Bewaar het verpakkingsmateriaal om het apparaat later vei-
lig te kunnen opbergen en vervoeren.
f
Controleer of de levering compleet is.
f
Controleer alle onderdelen op eventuele transportschade.
Veiligheid
Voorzichtig! Schade door onjuiste voedingsspanning.
f
Gebruik het apparaat uitsluitend met de op het type-
plaatje aangegeven spanning.
De accu opladen
1. Steek de apparaataansluitstekker van de adapter in de oplaadstati-
onbus (afb. 4
ⓐ
).
·
U kunt het apparaat ook direct op de adapter aansluiten
om het op te laden (afb. 2
ⓐ
/
ⓑ
).
·
Door intelligent oplaadmanagement wordt voorkomen
dat de accu te veel wordt opgeladen.
2. Steek de stekker van de adapter in het stopcontact (afb. 4
ⓑ
).
3. Schakel het apparaat uit met de aan-/uitschakelaar (afb. 3).
4. Plaats het apparaat in het oplaadstation (afb. 4) of sluit het direct
aan op de adapter (afb. 2
ⓐ
/
ⓑ
). Het laadproces begint.
·
Tijdens het opladen knippert de aan-/uitschakelaar wit.
Bij vol opgeladen accu brandt de aan-/uitschakelaar.
·
De nauwkeurigheid van de capaciteitsweergave kan wor-
den verhoogd door het apparaat van tijd tot tijd volledig
te ontladen en daarna in een ononderbroken laadproces
weer volledig op te laden.
5. Zodra de accu volledig opgeladen is, brandt de aan-/uitschakelaar.
Accubedrijf
1. Schakel het apparaat in met de aan-/uitschakelaar (afb. 3).
·
Het apparaat heeft drie snelheidstreden S1–S3.
·
De instelling van de gewenste snelheidstreden vindt
plaats door de aan-/uitschakelaar ingedrukt te houden.
Het apparaat wisselt eens per 2 seconden van snelheid.
Bij het bereiken van de gewenste snelheidstrede laat u
de aan-/uitschakelaar los.
·
Bij inschakeling van het apparaat wordt met de laatst
ingestelde snelheidstrede gestart.
2. Selecteer de gewenste snelheid door de aan-/uitschakelaar inge-
drukt te houden (afb. 3) en in de gewenste snelheidstrede los te
laten.
·
Wanneer de accu een restcapaciteit van <5% heeft,
begint de capaciteitsindicatie van de aan-/uitschakelaar
te knipperen. De accu moet dan opnieuw opgeladen
worden.
·
Bij onvoldoende onderhoud aan de snijkop kan de
gebruiksduur van de accu aanzienlijk afnemen.
3. Gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat na het gebruik weer
uit te schakelen (afb. 3).
Gebruik op netvoeding
Voorzichtig! Schade door gebruik van de tondeuse met
permanent aangesloten adapter (netvoeding).
De tondeuse is niet bedoeld voor gebruik met een perma-
nent aangesloten adapter (netvoeding). De aansluitkabel
van de adapter is niet berekend op continue mechanische
belasting.
f
Alleen kort gebruik op netvoeding wordt aangeraden in
het geval van een lege accu.
1. Steek de apparaataansluitstekker van de adapter in de apparaatbus
(afb. 2
ⓐ
).
2. Steek de stekker van de adapter in het stopcontact (afb. 2
ⓑ
).
3. Schakel het apparaat in met de aan-/uitschakelaar (afb. 3).
4. Selecteer de gewenste snelheid door de aan-/uitschakelaar inge-
drukt te houden (afb. 3).
5. Gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat na het gebruik weer
uit te schakelen (afb. 3).
Bediening
Knippen met opzetkam
Het apparaat kan ook worden gebruikt met een opzetkam.
f
Voor het instellen van de snijlengte kan de opzetkam in 5 standen
worden geschoven.
f
Hoe verder de opzetkam wordt ingeschoven, des te korter wordt
de kniplengte.
De kniplengte kan tussen 3 mm (afb. 6
ⓐ
) en 6 mm
(afb. 6
ⓑ
) worden ingesteld.
Opzetkam monteren / demonteren
1. Schuif de opzetkam in de richting van de pijl tot aan de aanslag op
de snijkop (afb. 5
ⓐ
) tot hij zich vergrendelt.
2. De opzetkam kan worden verwijderd door deze in de pijlrichting te
verschuiven (afb. 5
ⓑ
).
Summary of Contents for 1588
Page 2: ...2 1 A B D C I J H G E F...
Page 3: ...3 4 3 2 b a 6 5 b a 9 7 b a 8 b a b a Speed 1 2 s Speed 2 2 s Speed 3 2 s...
Page 95: ...95...
Page 96: ...96 1588 1001 03 2019...