21
DE
GB NL FR
Installatie
Deze boiler dient te worden ingebouwd volgens het schema op de eerste pagina van
deze gebruiksaanwijzing. Elke andere locatie kan leiden tot ernstige schade aan het ap-
paraat.
De boiler moet zo dicht mogelijk bij de wateraansluitingen worden geïnstalleerd op een
locatie en waar geen kans op vorst bestaat (bijvoorbeeld in tuinhuisjes en caravans).
Afhankelijk van het model kan het apparaat boven (OT-model) of onder (UT-model) het
werkblad worden gemonteerd.
Vorst
Wanneer er in een ruimte kans op vorst bestaat, mag de
boiler niet in deze ruimte worden geïnstalleerd. Wanneer de
boiler desondanks wordt geïnstalleerd in een ruimte waar
kans op vorst bestaat, moet het apparaat worden geleegd
voordat het gevaar ontstaat.
Aansluiting op het waternet
(Afbeelding 1.)
K= Koud wateringang (vullen) blauw.
W= Warmwateruitgang (afname) rood.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in drukloze installatiesystemen. Dit systeem zorgt
ervoor dat water wordt toegevoerd vanuit één uitloop. Sluit geen stopkraan op de uit-
loop van het apparaat aan.
De installatie van de aansluitingen dient te worden gedaan volgens het weergegeven
schema.
Voor aansluiting van een drukloos systeem dient een
geschikte lagedruk-mengkraan te worden gebruikt.
U dient absoluut zeker te zijn dat de kraan die u wilt
aansluiten een lage druk kraan is. Neem bij twijfel
altijd contact op met uw installateur.
De aan- en afvoer pijpjes zijn gemarkeerd (blauw=koud wa-
ter, rood=warm water). Zie handleiding van de kraan.
Indien de waterdruk van het waternet hoger is dan 5 bar,
dan dient dit te worden teruggebracht d.m.v. een drukre-
duceringsventiel in de aanvoerslang van het apparaat. Aan
het einde van de uitloop van de kraan dient zich altijd een
straalbreker te bevinden (meegeleverd) en niet een norma-
le- of waterbesparende perlator.